Verwijtbaar werkloos
Een werknemer is verwijtbaar werkloos als hij door eigen toedoen werkloos raakt. Als hiervan sprake is, kan dat gevolgen hebben voor het recht op een WW-uitkering.
Verwijtbare werkloosheid: dringende reden en verwijt ontslag
Volgens de CRvB is voor de beoordeling hiervan niet de route die de werkgever voor het ontslag heeft gekozen belangrijk, maar de achterliggende reden voor het ontslag. Het gaat daarbij om twee criteria: er moet sprake zijn van een dringende reden en de werknemer moet van het ontslag een verwijt worden gemaakt.
Criteria dringende reden
Voor de vraag of er sprake is van een dringende reden moeten alle omstandigheden van het geval worden meegenomen. Factoren die daarbij een rol kunnen spelen:
1) de aard en ernst van de gedragingen van de werknemer;
2) de ernst van de gedragingen voor de werkgever en de aard van de werkrelatie;
3) de vraag in hoeverre de werknemer wist dat zijn gedragingen niet acceptabel waren;
4) de aard en duur van de dienstbetrekking;
5) de wijze waarop de werknemer zijn werk heeft verricht;
6) persoonlijke omstandigheden van de werknemer, waaronder zijn leeftijd en gevolgen ontslag.
Als op grond van voornoemde factoren sprake is van een dringende reden, dan moet het UWV aansluitend toetsen of de werknemer van de dringende reden een verwijt kan worden gemaakt.
Beëindigingsovereenkomst
Binnen het ontslagrecht bieden werkgevers regelmatig werknemers beëindigingsovereenkomsten aan. De achterliggende redenen daarvoor zijn vaak divers. Als de werknemer op deze manier ontslag neemt, dan is er in beginsel geen sprake van verwijtbare werkloosheid. Belangrijk is wel dat de beëindigingsovereenkomst een clausule bevat waarin staat dat de werknemer van het ontslag geen verwijt te maken valt.
Rechtsmiddelen
Oordeelt het UWV dat er desondanks sprake is van verwijtbare werkloosheid, dan ontvangt de werknemer een (afwijzende) beschikking. Hiertegen kan de werknemer bezwaar aantekenen. Aansluitend ontvangt de werknemer daarop een beslissing op bezwaar. Verklaart het UWV het bezwaar ongegrond, dan kan de werknemer beroep instellen bij de bestuursrechter. Tot slot kan de werknemer in hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Reeds bij een afwijzende beschikking van het UWV is het raadzaam advies van een advocaat in te winnen.