Onrechtmatige daad
Onrechtmatige daad is de kern van het Nederlands aansprakelijkheidsrecht. Het is neergelegd in art. 6:162 BW. Degene die een onrechtmatige daad pleegt, is verplicht de schade te vergoeden die een ander daardoor lijdt. Voor een succevolle aansprakelijkstelling op grond van onrechtmatige daad dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan. Dit zijn onrechtmatigheid, toerekenbaarheid, schade, causaliteit en relativiteit.
Handelingen
Een actie op grond van onrechtmatige daad kan worden ingesteld indien er sprake is van materiële schade en in geval van immateriële schade. Materiële schade is schade aan eigendommen of bezittingen. Immateriële schade is de geleden schade door bijvoorbeeld een inbreuk op de lichamelijke integriteit, geschonden privacyrechten, (geluids)hinder, of andere inbreuken op rechten. De onrechtmatige daad maakt dan ook onderscheid tussen een drietal handelingen: een inbreuk op een recht, een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht en een doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Deze voorwaarden dienen steeds concreet toegepast te worden om een concrete invulling te krijgen in de vraag of iemand aansprakelijk kan worden gehouden voor geleden schade.
Toerekenbaarheid
Een persoon of instantie kan alleen aansprakelijk worden gehouden indien de onrechtmatige gedraging diegene kan worden toegerekend. Immers, schade die is ontstaan buiten de schuld van de persoon of instantie om zal in beginsel niet tot aansprakelijkheid leiden. Dit is slechts anders als de schade krachtens verkeersopvattingen toch voor rekening van de persoon of instantie dient te komen.
Schade
Schade bestaat uit materiële schade en immateriële schade. Immateriële schade is veelal een gefixeerd bedrag. Materiële schade bestaat uit vermogensschade (geleden verlies) en gederfde winst. Zo zal een inbreuk op de privacy veelal voor immateriële schadevergoeding in aanmerking komen. Hetzelfde geldt voor schade ten gevolge van hinder.
Causaliteit
Alleen die schade komt voor vergoeding in aanmerking, die in directe relatie staat tot de onrechtmatige gedraging. De schade mag niet te ver in tijd of in de causale keten verwijderd liggen. Een klassiek voorbeeld uit de jurisprudentie is de ambulance die met een patiënt naar het ziekenhuis rijdt en daarbij onderweg oponthoud door verkeershinder ondervindt. De patiënt overlijdt onderweg en vast staat dat diegene het wel zou hebben overleefd als de verkeershinder niet zou hebben plaatsgevonden.
Degene die een ander aansprakelijk stelt voor de geleden schade zal zo nodig dienen te stellen en bewijzen dat er sprake is van een causale relatie tussen de schade en de gedraging.
Relativiteit
Als aan de voorwaarden voor onrechtmatige daad is voldaan, kan het relativiteitsvereiste toch aan aansprakelijkheidsstelling in de weg staan. Het relativiteitsvereiste stelt als eis dat alleen de belangen die het geschonden het wettelijk voorschrift beoogt te beschermen, in geval van schade voor vergoeding in aanmerking komen. Een klassiek voorbeeld uit de jurisprudentie is het Tandarts-arrest, waarbij een tandarts zonder de benodigde vergunning als tandarts zijn praktijk opende. Andere tandartsen stelden hem hiervoor aansprakelijk, want hij concurreerde immers op oneerlijke wijze. Toch stond het relativiteitsvereiste aan toekenning van schadevergoeding in de weg, want de vergunningsplicht was bedoeld om cliënten te beschermen tegen onzorgvuldige praktijken en niet om eerlijke concurrentie te waarborgen.
Advocaat onrechtmatige daad
De verbintenissenrecht advocaten van Advocatenkantoor Appelman hebben lange ervaring in het leerstuk van de onrechtmatige daad. Advocatenkantoor Appelman biedt – naast de kwaliteit van een groot kantoor – ook de voordelen van een kleine organisatie. Wij kennen onze cliënten, zijn flexibel en kunnen de kosten laag houden. Doordat wij een klein team zijn, zijn de lijnen kort. Neem contact met ons op voor een gratis kennismakingsgesprek.