Gezagswijziging

Een wijziging van het ouderlijk gezag in eenhoofdig gezag of gezamenlijk gezag. 

Elk kind in Nederland staat onder gezag. Bij ouders is er sprake van eenhoofdig of gezamenlijk gezag. Wordt het kind geboren buiten een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan rust het gezag van rechtswege bij de moeder. De vader kan na een erkenning met de moeder het gezamenlijk gezag aanvragen bij de rechtbank. Voldoen de ouders aan de voorwaarden, dan maakt de griffier een aantekening in het gezagsregister. 

Ouders met een geregistreerd partnerschap of huwelijk die uit elkaar gaan, oefenen het ouderlijk gezag in beginsel nog gezamenlijk uit. De rechtbank kan bepalen dat na de ontbinding van het huwelijk of g.p. één van de ouders het gezag voortaan zal uitoefenen. De rechtbank toetst daarbij aan het 'klemcriterium'.

Als een van de ouders een nieuwe partner krijgt, kan de behoefte bestaan het ouderlijk gezag te wijzigen. In dat geval vereist de wet eerst dat het gezamenlijk gezag wordt omgezet in eenhoofdig gezag. Vervolgens kan de ene ouder de rechtbank verzoeken om het gezamenlijk gezag met de nieuwe partner uit te oefenen. Voorwaarde is dan dat of 1) de omstandigheden na het verbreken van de relatie 'zijn gewijzigd' of de wijziging in het belang van het kind is. Is aan die voorwaarde voldaan, dan wordt het gezamenlijk gezag beëindigd.

De ouder en de partner kunnen alleen het gezamenlijk gezag aanvragen als de ene ouder het gezag tenminste drie jaar alleen heeft uitgeoefend. Ook moeten de ouders samen ten minste één jaar het kind hebben verzorgd en opgevoed. Dit verzoek kan worden gecombineerd met een verzoek tot achternaamswijziging van het kind.

 

Wetsartikel Art. 1:253n, 1:253t BW
Synoniemen Wijziging gezag