In een procedure zijn partijen verplicht feiten naar waarheid aan te voeren. Doet een partij dat niet, dan kan de rechter daaraan gevolgtrekkingen verbinden. In meer uitzonderlijke gevallen kan er zelfs sprake zijn van bedrog. Komt een partij daar na de uitspraak achter, dan kan die partij de rechtbank of het hof vragen om herroeping van de uitspraak. Aan de hand van een recent arrest bespreekt onze advocaat procesrecht de voorwaarden daarvoor.
Voorwaarden voor herroeping
De wet bepaalt dat een uitspraak onder voorwaarden kan worden herroepen. Die voorwaarden zijn (art. 382 Rv):
1. er is sprake van bedrog door de wederpartij in het geding gepleegd,of
2. de uitspraak berust op stukken, waarvan de valsheid na het vonnis is erkend of (gerechtelijk) is vastgesteld, of
3. de partij na het vonnis of arrest stukken van beslissende aard in handen heeft gekregen die door toedoen van de wederpartij waren achtergehouden.
Valse schilderijen
Onlangs boog het hof Arnhem-Leeuwarden zich over een kwestie waarbij vermeend bedrog een grote rol speelde. Het ging daarbij om een juridische strijd tussen partijen die al vanaf 2012 aan de gang was. Één van de partijen had in het verleden een aantal schilderijen gekocht voor een bedrag van bijna €30.000,-. De verkoper hield aan de koper voor dat dit echte schilderijen waren, waarbij met name de schilderijen ‘Reitdiep’ en ‘Pic de Luc’ prominente kunstobjecten waren.
Deskundigenbeoordeling
Na de aankoop kreeg de koper het vermoeden dat deze schilderijen niet echt waren. Zij procedeerden tot aan het hof. Het hof stelde vervolgens vast dat de schilderijen ‘Reitdiep’ en ‘Pic de Luc’ inderdaad vals waren. Zonder de zaak zelf af te doen, verwees het hof de procedure weer terug naar de rechtbank. Alsdan zou de rechtbank, gewapend met deze kennis, opnieuw het geschil tussen partijen moeten beoordelen.
Comparitie van partijen
De rechtbank hield vervolgens een comparitie van partijen. Dat is een mondelinge behandeling ter zitting waarbij de partijen hun standpunt nader kunnen toelichten. De verkoper gaf daarbij aan:
Naar onze mening kunnen we de vraag of de schilderijen echt zijn, nog niet als afgesloten beschouwen.
Ik dring er bij de rechtbank Assen op aan het NFI aan te wijzen als onafhankelijke deskundige om “Reitdiep” en “Pic de Luc” te laten onderzoeken of in ieder geval “Reitdiep”; “Pic de Luc” was immers al eerder bij het Gerechtelijk Laboratorium in 1992/1993; er werd een acrylvezel in Pic de Luc aangetroffen. Dr. Nicolas Eastaugh, de belangrijke Engelse, door Milko den Leeuw (ASSR) ingeschakelde, topdeskundige trof geen acrylvezel aan, in geen van beide schilderijen (Pic de Luc en Reitdiep), blijkens zijn scientific analysis report (appendix 3 pag. 1, onderste alinea), wel een overdadige hoeveelheid bijenwas. Voor verschillen zoals deze zijn door Forensicon/Milko den Leeuw geen verklaringen aangedragen. De voor de hand liggende verklaring is, dat Dr. Eastaugh de verkeerde samples toegezonden heeft gekregen, althans geen monsters van de door het Hof als vals bestempelde gouaches “Pic de Luc” en “Reitdiep” !!!
Rechtbank: geen herroeping, maar cassatie
In de procedure bij de rechtbank wilde de verkoper een nieuw onderzoek laten uitvoeren. De rechtbank wees dit af. Volgens de rechtbank had de verkoper namelijk een rechtsmiddel als cassatie moeten instellen tegen het arrest van het hof. Op die manier had zij namelijk het arrest van het hof kunnen aanvechten. Inmiddels had die uitspraak namelijk kracht van gewijsde en stond aldus in rechte ‘vast’ dat de schilderijen vals waren. Het was dan ook niet de bedoeling om dat opnieuw te beoordelen.
Beroep op herroeping?
Omdat de rechtbank het verzoek om een herbeoordeling afwees, ging de verkoper tegen het vonnis van de rechtbank in hoger beroep. Daar trachtte hij dit vonnis en het oorspronkelijke arrest van het hof aan te vechten door een beroep te doen op herziening ofwel herroeping. Volgens de verkoper moest zijn verklaring bij de rechtbank namelijk worden opgevat als een beroep op bedrog. De rechtbank had dit volgens hem ook zo moeten opvatten.
Herroeping moet bij hoogste feitelijke instantie die de kwestie heeft beoordeeld
Ook hier ging het hof echter niet in mee. Het hof overwoog namelijk dat een beroep op herziening of herroeping moet worden ingediend bij de hoogste instantie die de kwestie heeft beoordeeld. In dit geval was dat het (oorspronkelijke) hof, dat had vastgesteld dat de schilderijen vals waren.
Herroeping enkel mogelijk bij definitieve beslechting geschil
In dit geval ging een beroep op herroeping dus niet op. Het zou wellicht ook een paradoxale situatie hebben opgeleverd om bij het hof een beroep op herroeping te doen: het bedrog door de verkoper vormde namelijk de kern van het geschil en de kwestie daarover was nog niet definitief beslecht. Als het bedrog pas was ontdekt nádat partijen waren uitgeprocedeerd, zou de verkoper wellicht meer mogelijkheden hebben gehad voor een beroep op herroeping.
Herroeping vs. herstelvonnis
De wet kent diverse mogelijkheden om een in kracht van gewijsde gegane uitspraak aan te vechten. Een van de andere mogelijkheden is onder meer om een herstelvonnis te vragen als het gaat om een kennelijke fout. Daarvan is in de praktijk echter niet snel sprake.