Wijziging ouderlijk gezag

Onder wijziging van het ouderlijk gezag wordt doorgaans verstaan: een verzoek om met eenhoofdig gezag te worden bekleed. Vereist daarvoor is dat de situatie in de gezagsverhouding is gewijzigd nadat de ouders een huwelijk of geregistreerd partnerschap beëindigd hebben. Bijvoorbeeld omdat het kind enkel bij één van de ouders woont.

In alle gevallen kunnen ouders gezamenlijk of op verzoek van één van hen het ouderlijk gezag wijzigen door middel van een verzoekschrift aan de rechtbank. Daarvoor is bijstand van een advocaat vereist. Voorwaarde voor de wijziging is dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden in de gezagsverhouding, dat uitoefening van het gezamenlijk gezag schadelijk moet worden geacht voor het kind of dat wijziging van het ouderlijk gezag op een andere manier in het belang van het kind is. De rechtbank beoordeelt het verzoek doorgaans op basis van een onderzoeksrapport van de Raad voor de Kinderbescherming, die nagaat op welke wijze de belangen van het kind het beste gediend wordt.

Een ouder die met het eenhoofdig gezag is bekleed, kan na verloop van tijd ook verzoeken om met oorspronkelijke ouder of met de huidige partner met het gezamenlijk gezag te worden bekleed. Hetzelfde geldt voor de ouder of ex-partner bij wie het gezag niet berust.

Wetsartikel
Synoniemen Eenhoofdig gezag