Concurrentiebeding

Een concurrentiebeding is een beding die het de werknemer verbiedt, dan wel beperkt om na beëindiging van het dienstverband gedurende een bepaalde periode in dienst te treden bij concurrenten van de werkgever, dan wel zelf concurrerende activiteiten te ontplooien door het starten van een eigen onderneming. Een concurrentiebeding is niet standaard in een arbeidsovereenkomst opgenomen, maar is vaak wel het geval.

Een concurrentiebeding lijkt in sterke mate op een relatiebeding, maar heeft een aantal verschillen.

De ratio achter het concurrentiebeding is om de werkgever bescherming te bieden tegen concurrerende activiteiten van de ex-werknemer, zeker wanneer die werknemer kennis en ervaring heeft opgedaan bij de werkgever en de werkgever mogelijk heeft geïnvesteerd in cursussen en opleidingen van de werknemer.

Een concurrentiebeding is doorgaans in tijd beperkt en is wettelijk aan een maximumperiode gebonden. Bij het einde van het dienstverband alsook in de periode daarna heeft de werknemer de mogelijkheid het concurrentiebeding bij de rechter te vernietigen, dan wel te beperken. Als een werknemer een nieuwe functie krijgt bij een werkgever, zal in veel gevallen een concurrentiebeding opnieuw moeten worden overeengekomen. Dit is met name het geval wanneer het concurrentiebeding, gelet op de functie van de werknemer, steeds zwaarder gaat drukken.

Op overtreding van het concurrentiebeding staat doorgaans een boete. De werknemer kan in een procedure de rechter verzoeken om het concurrentiebeding alsmede de hoogte van de boete te matigen.

Categorie Arbeidsrecht
Wetsartikel Art. 7:653 BW
Synoniemen Non-concurrentiebeding, concurrentieverbod