Werkgever die in een arbeidsovereenkomst een concurrentiebeding overeenkomen met een werknemer, dienen daarbij grenzen aan het concurrentiebeding in acht te nemen. Zo mag een concurrentiebeding niet in tijd onbepaald zijn en moet het de werknemer binnen bepaalde kaders de mogelijkheid bieden passende arbeid te vinden na afloop van het dienstverband. Minder gebruikelijk is daarbij is dat een concurrentiebeding wordt overeengekomen in een vaststellingsovereenkomst en een koopovereenkomst. Onze advocaat arbeidsrecht bespreekt dit aan de hand van een recente uitspraak.

Vaststellingsovereenkomst en koopovereenkomst

Op 1 februari 2018 treedt gedaagde, A, als bestuurder en werknemer bij de Mavitec uit dienst met wederzijds goedvinden. Hij ondertekent daarbij een vaststellingsovereenkomst met de Mavitec. Nadien draagt hij zijn aandelen in de onderneming van de Mavitec ten bedrage van €90.000,- over aan de overige drie aandeelhouders van de onderneming. In de vaststellingsovereenkomst en de koopovereenkomst is opgenomen:

“1. Het is Verkoper verboden binnen een tijdvak van twee jaar na de einddatum in enigerlei vorm, direct of indirect, zakelijk contact te hebben met relaties van de Vennootschap of aan haar gelieerde ondernemingen, tenzij Verkoper daartoe voorafgaande schriftelijke toestemming van de Vennootschap heeft gekregen waarbij de Vennootschap een reageertermijn van uiterlijk 7 dagen na de datum van ontvangst van het desbetreffende verzoek zal dienen aan te houden bij gebreke waarvan toestemming zal worden geacht te zijn gegeven. Aan deze toestemming kan de Vennootschap voorwaarden verbinden en deze toestemming zal niet op onredelijke gronden worden onthouden. Als ‘relaties’ in de zin van dit artikel worden beschouwd de bedrijven die staan opgesomd in de als bijlage bij deze overeenkomst gehechte lijst met relaties.”

Concurrerende activiteiten?

Nadien treedt A op 6 maart 2018 met goedkeuring van de werkgever, Mavitec, in dienst bij een onderneming als meewerkend voorman timmerfabriek en werkvoorbereider. Mavitec verbindt aan de nieuwe functie de voorwaarde dat de werkzaamheden van A niet concurrerend zijn. Mavitec is een leverancier van de werkgever waar A in dienst treedt.

Nieuwe leverancier geldt ook als klant?

Op 13 september 2018 schrijft Mavitec A aan en vordert nakoming van het overeengekomen concurrentiebeding, relatiebeding en  het boetebeding. Zij stelt daartoe in de procedure zij erachter is gekomen dat A bij een leverancier een opdracht heeft geplaatst, terwijl deze leverancier op de lijst van opgesomde relaties staat in de bijlage van de vaststellingsovereenkomst en de koopovereenkomst.

Concurrerende activiteiten?

A betwist de stellingen van Mavitec en voert daarentegen aan dat hij weliswaar een opdracht heeft geplaatst bij een leverancier van Mavitec, dat dit slechts een opdracht tot het verrichten van een kleine reparatie omvatte en daardoor geenszins een concurrerende activiteit betrof. Daarnaast ging het hier om een leverancier en niet om een klant, zodat van een overtreding van het concurrentieverbod geen sprake was. De rechter gaat mee in dit verweer en komt tot de conclusie dat A inderdaad geenszins in strijd heeft gehandeld met het concurrentieverbod.

Concurrentiebeding leidt tot vertegenwoordiging?

Tot slot voert Mavitec aan dat A concurrerend heeft gehandeld doordat de nieuwe werkgever van A een andere leverancier heeft gekozen dan Mavitec. De rechter oordeelt echter dat hiervoor hetzelfde geldt en dat het de nieuwe werkgever van A vrij staat om een andere, goedkopere leverancier dan Mavitec te kiezen. Zou dit oordeel anders luiden, dan zou dat betekenen dat A zou moeten worden gezien als vertegenwoordiger van Mavitec bij zijn nieuwe werkgever.

Door Edward Appelman op 3 december 2018 Leestijd: 3 minutes