Verspreking

In het kader van overeenkomsten kan er soms een misverstand bestaan over de vraag óf er een overeenkomst tot stand is gekomen en zo ja, hoe de inhoud van deze overeenkomst luidt.  Zo kan een wederpartij er onder voorwaarden gerechtvaardigd van uit zijn gegaan dat een partij, die zich heeft versproken, daadwerkelijk wilde wat hij verklaarde.  Of een partij die zich verspreekt gehouden is aan hetgeen hij verklaarde, hangt af van de vraag of de wederpartij gerechtvaardigd mocht vertrouwen op de vraag of de partij ook daadwerkelijk het beoogde rechtsgevolg wilde. Dit wordt ook wel aangemerkt als een geval van oneigenlijke dwaling. 

In de praktijk komt dit zelden voor, maar is soms van belang bij internationale overeenkomsten waarbij taalbarrières een mogelijke rol kunnen spelen. Bijvoorbeeld omdat de partij zich vergiste in de betekenis van een bepaald woord.

Wetsartikel Art. 6:228 BW; art. 3:35 BW.
Synoniemen