Bij een voorgenomen beëindiging van het ouderlijk gezag (ontheffing of ontzetting) bepaalt de rechtbank doorgaans dat deze pas wordt geeffectueerd als een aanvaardbare termijn is verstreken waarbinnen de ouder het gezag uitoefent. In dat geval toetst de rechtbank mede op basis van het advies van de RvdK of de ouder een nadere termijn moet worden verleend of dat het gezag moet worden beëindigd. Welke aspecten een rol spelen bij de bepaling van de vraag wanneer een termijn aanvaardbaar is, bespreekt onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente uitspraak.
Eenhoofdig gezag moeder
In de procedure ging het om een moeder die van rechtswege het eenhoofdig gezag had over haar kinderen. Deze waren geboren in 2012 en 2014. Nog voor de geboorte van de kinderen waren zij onder toezicht geplaatst van de GI William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Daarnaast waren de kinderen reeds bij op basis van een spoedmachtiging in maart 2018 uit huis geplaatst en verbleven zij in een pleeggezin.
Beëindiging gezag door rechtbank
De rechtbank beëindigde op verzoek van de RvdK het gezag over de moeder. Dat gebeurde bij gerechtelijke beschikking van 26 juni 2019. Tegen de uitspraak ging zij in hoger beroep en stelde zich op het standpunt dat niet aan de voorwaarden voor beëindiging van het ouderlijk gezag was voldaan, namelijk ten eerste dat er (nog) geen aanvaardbare termijn was verstreken waarbinnen zij als ouder de verantwoordelijkheid over de kinderen zou kunnen dragen.
Hoger beroepsprocedure
In de hoger beroepsprocedure kwam op basis van informatie van de RvdK naar voren dat de contactmomenten met de moeder voor veel onrust zorgde bij de kinderen. In zoverre was de noodzaak voor een gezagsbeëindigende maatregel enkel toegenomen. Hierbij was van belang dat de enkele ondertoezichtstelling niet de rust met zich mee bracht die voor de kinderen noodzakelijk was. Om deze rust te doen intreden was het volgens de RvdK noodzakelijk dat het gezag van de moeder beëindigd werd. Er was sprake van amper contact: de moeder en de kinderen hadden elkaar in 2018 slechts vier keer gezien. Er was sprake van regelmatige belcontacten, maar hierbij werden de kinderen met regelmaat teleurgesteld. Voorbeeld in dat kader was een recent voorval waarbij de moeder jarig was en had gevraagd aan de kinderen om haar te bellen, maar toen zij dat deden was de moeder niet bereikbaar. Voor de kinderen bracht zulks een teleurstelling teweeg.
Hof: aanvaardbare termijn is verstreken, bekrachtiging beschikking
De pleegouders waren niet op de zitting verschenen maar hadden hun mening over de procedure kenbaar gemaakt in een brief. Daarin stelden zij zich op het standpunt dat het in het belang van de kinderen was dat het gezag van de moeder beëindigt werd omdat er sprake was van een ernstige ontwikkelingsproblematiek bij de kinderen. Ze lieten beiden trauma- en hechtingsproblematiek zien. Reeds in het verleden was er sprake van problemen bij de moeder, maar het hof kwam in hoger beroep tot het oordeel dat de deze problemen en de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen nog steeds aanwezig was. Gelet daarop oordeelde het hof dat de aanvaardbare termijn verstreken was en dat op basis daarvan het gezag van de moeder moest worden beëindigd. In dat kader bekrachtigde het hof de beschikking van de rechtbank.
Beoordeling aanvaardbare termijn
Bij het bepalen van de termijn waarbinnen de ouder in staat moet worden geacht om het ouderlijk gezag te dragen als aanvaardbaar moet worden beschouwd, zijn een aantal aspecten van belang. In eerste instantie gaat het om de belangen van de kinderen en of er eventuele problematiek zijdens de ouder is. Voor zover deze problematiek een weerslag hebben op de mogelijkheden voor een ouder om de verantwoordelijkheid in de zorg en opvoeding te dragen, moet worden bepaald of deze factoren op korte termijn kunnen worden weggenomen zodat de ontwikkeling van de kinderen geen, of niet langer gevaar loopt.