De proeftijd is een belangrijke startfase in de arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemer. De werkgever krijgt onder meer inzicht in de kwaliteiten van de werknemer enerzijds en de werknemer krijgt onder meer de mogelijkheid na te gaan of de nieuwe functie hem bevalt. In de praktijk wordt echter soms vergeten dat een proeftijd altijd moet worden overeengekomen en kan niet louter worden volstaan met een verwijzing naar de wettelijke proeftijd. Welke gevolgen het heeft als dit wordt nagelaten, bespreekt onze advocaat arbeidsrecht aan de hand van een recente zaak.
Technisch medewerker
De feiten in de procedure: de werknemer is vanaf 1 april 2018 voor onbepaalde tijd in dienst bij de werkgever. Op 15 mei 2018 ontving de werknemer een brief van zijn werkgever waarin hem werd medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd met ingang van 31 mei 2018 conform de wettelijke proeftijd van twee maanden. Deze proeftijd was echter niet in de arbeidsovereenkomst opgenomen. Vanaf mei 2018 heeft de werkgever besloten geen loon meer te betalen.
Spoedeisend belang?
In de procedure stelt de werknemer een loonvordering in jegens zijn werkgever. De procedure betrof een kort geding. Dit is een speciale procedure bij de rechtbank voor spoedeisende geschillen. Omdat het om een loonvordering ging, nam de rechter de spoedeisendheid aan. Aangezien de werkgever klaarblijkelijk geen proeftijd met de werknemer was overeengekomen, werd de vordering van de werknemer dan ook toegewezen. De werkgever diende het overeengekomen loon over maanden mei, juni en juli 2018 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente.
Beoordeling loonvordering
De rechter veroordeelde de werkgever verder om het overeengekomen loon te blijven voldoen totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig zou zijn geëindigd en veroordeelde de werkgever tot slot in de betaling van de proceskosten.
Overeenkomen van proeftijdbeding?
In de praktijk blijkt er soms misvatting te bestaan over de vraag wanneer een proeftijdbeding moet worden overeengekomen. Moet dit bij aanvang van de werkzaamheden of kan dit ook gedurende de loop van de arbeidsovereenkomst alsnog mondeling of schriftelijk worden overeengekomen? Het antwoord hierop luidt dat een proeftijd in elk geval altijd schriftelijk moet. In de literatuur wordt nogal eens verschillend gedacht over de vraag of een proeftijd ook gedurende de arbeidsovereenkomst kan worden overeengekomen. Voor werkgevers is het zekerheidshalve aan te raden de proeftijd met de werknemer bij aanvang van de arbeidsovereenkomst aan te gaan. Een werknemer daarentegen zal baat hebben bij een flexibelere uitleg van deze voorwaarde.