Persoonlijkheidsrechten

Persoonlijkheidsrechten zijn de rechten die een auteur heeft op zijn werk, naast de exploitatierechten. De ratio achter de persoonlijkheidsrechten zijn om de ideële waarde van het werk te beschermen. Bijvoorbeeld ter voorkoming van aantasting van het werk.

De persoonlijkheidsrechten staan opgenomen in art. 25 Aw. De maker van een werk (de auteur) houdt, ook na overdracht van het auteursrecht, het recht om zich te verzetten tegen openbaarmaking van het werk zonder dat zijn naam wordt vermeld. Dit is slechts anders als het in strijd zou zijn met de redelijkheid.

De maker heeft daarnaast ook het recht zich te verzetten tegen wijzigingen in het werk, tenzij dit verzet in strijd zou zijn met de redelijkheid. Ook heeft de maker het recht zich te verzetten tegen elke misvorming, verminking of andere aantasting van het werk, welke nadeel zou kunnen toebrengen aan de eer of de naam van de maker. In de praktijk doen bijvoorbeeld architecten soms een beroep op hun persoonlijkheidsrecht in verband met (voorgenomen) wijzigingen op een door hen gecreëerd monumentaal pand.

De maker kan zijn exploitatierechten op een werk overdragen, maar persoonlijkheidsrechten zijn niet overdraagbaar. Dat betekent dat de maker ook na overdracht of het verstrekken van een licentie de bovenstaande bevoegdheden blijft houden.

Regeling
Wetsartikel Art. 25 Aw
Synoniemen