Bij een omgangsregeling is het vanzelfsprekend belangrijk dat het kind veilig en onbezorgd contact kan hebben met een ouder. De praktijk leert evenwel dat vele factoren een negatieve invloed kunnen hebben op een omgangsregeling, bijvoorbeeld – in een enkel geval – drugsgebruik door een ouder. In dit blog: wat te doen bij een agressieve houding van de vader, al dan niet in bijzijn van de kinderen? Dit bespreekt advocaat personen- en familierecht Edward Appelman aan de hand van een recente uitspraak.

Voorwaarden omgangsregeling

De wet stelt een aantal voorwaarden aan een verzoek tot omgangsregeling. Deze voorwaarden houden, kort samengevat, het volgende in:

De rechtbank stelt geen omgangsregeling vast als:

– omgang (ernstig) nadeel oplevert voor de lichamelijke of geestelijke ontwikkeling van het kind;

– de ouder kennelijk niet in staat is tot omgang, dan wel daarvoor ongeschikt is;

– het kind van 12 jaar of ouder aangeeft geen omgang te willen;

– omgang anderzijds in strijd zou zijn met (zwaarwegende) belangen van het kind.

Wanneer wijst rechtbank verzoek omgang af?

Is er sprake van agressie bij de vader, dan kan dat ertoe leiden dat de rechtbank hem het recht op omgang ontzegt. Dit zal wel afhangen van de context (bijv. of hij kan werken aan deze problemen, in hoeverre  het kind (direct) betrokken is bij agressieve gedragingen en hoe lang dit al speelt). Het uitgangspunt is namelijk dat een kind recht heeft op omgang met een ouder, maar het mag er uiteraard niet toe leiden dat de omgang leidt tot (ernstig) nadeel bij het kind. Het moet immers kunnen opgroeien in een veilige en stabiele omgeving.

Voorbeelduitspraak: agressieve vader krijgt geen omgang

Ter illustratie een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 10 februari 2022. In deze uitspraak wees de rechtbank een verzoek tot omgang van de vader af, omdat hij kampte met agressieproblematiek. De casus was kort als volgt.

Feiten en omstandigheden

In de zaak ging het om twee kinderen van 11 en 8 jaar oud. Tussen de ouders was enige tijd sprake van strijd en de vader kampte met een persoonlijkheidsstoornis. Bij hem was een forensisch psychologisch onderzoek verricht via het NIFP, waaruit naar voren kwam dat hij o.a. borderline en narcistische trekken had. Al in 2014 had de man een verzoek om omgang ingediend, maar de rechtbank wees dat verzoek toen af. Tussen 2015 en 2019 waren de kinderen onder toezicht gesteld (OTS).

Standpunt vader: recht op omgang

In de nieuwe procedure in 2022 geeft de vader aan dat hij hard heeft gewerkt aan zijn persoonlijke problemen. Zo staat hij onder ander onder behandeling van een psycholoog, heeft hij een nieuwe relatie en heeft hij EMDR-therapie gehad. Inmiddels had hij de kinderen 5 jaar niet gezien, omdat er niets was gebeurd v.w.b. contact. Hij vond dat de kinderen recht hadden op omgang en hij vond dat de moeder zijn kinderen bij hem weg hield.

Mening moeder

Als tegenspraak gaf de moeder aan dat ze niet kon zien dat de vader aan zijn problemen had gewerkt. Hij had nog steeds last van agressieproblemen.  Ze gaf ook aan dat de gezinsvoogd bij de OTS had geprobeerd om contact te leggen tussen de kinderen en de vader, maar door zijn toedoen was dat niet gelukt. Ook gaf ze aan dat de vader op geen enkel manier heeft bewezen dat hij heeft gewerkt aan zijn problemen: hij stelde dit enkel, maar onderbouwde niets met documenten.

Oordeel Raad voor de Kinderbescherming: geen onderzoek nodig

Normaliter doet de RvdK een onderzoek bij een verzoek omgangsregeling, maar dat was  hier niet gebeurd. De RvdK gaf aan hier geen aanleiding voor te zien, omdat de vader inderdaad weinig liet blijken aan zichzelf te hebben gewerkt. De rechtbank vond dat ze voldoende informatie had om een beslissing te nemen en overwoog als volgt.

Oordeel rechtbank: afwijzing verzoek

De rechtbank vond inderdaad dat de vader niet (aantoonbaar) had laten zien dat hij aan zichzelf had gewerkt. Hij had zelfs via e-mailberichten bedreigingen geuit aan de advocaat van de moeder. Tijdens de zitting gaf de vader desgevraagd aan dat dit weliswaar ‘niet verstandig’ was geweest, maar dat hij zijn frustraties uitte omdat hij de kinderen al zo lang niet had gezien. De houding van de vader tijdens de zitting achtte de rechtbank een belangrijk onderdeel: de rechtbank omschreef zijn houding als (zeer) intimiderend naar de moeder en haar advocaat toe. Ook gezien zijn kennelijke gebrek aan zelfinzicht, maakte dat de rechtbank het verzoek van de vader om omgang afwees.

Advocaat familierecht Alkmaar

Bij omgang geldt: een recht op omgang is aldus geen vast gegeven. Er kan geen omgang komen als dit in strijd is met het belang van het kind. Indien u n.a.v. deze blog een vraag heeft m.b.t. omgang of in het familierecht in het algemeen, neemt u met ons contact op. Onze specialisten hebben jarenlange ervaringen binnen het personen- en familierecht en staan u graag terzijde.

Waarom ons

Gratis kennismakingsgesprek

5000+ zaken behandeld

Flexibel én voordelig

Ook pro-deo

30+ jaar ervaring

Woensdag inloopspreekuur

Door Edward Appelman op 24 februari 2022 Leestijd: 4 minutes