Beginseltoestemming

De vereiste toestemming van het ministerie van V&J om een buitenlands kind ter adoptie in een gezin op te nemen.

Als ouders hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben en het adoptiefkind zijn of haar gewone verblijfplaats in het buitenland, draagt de adoptie een internationaal karakter. Het kind kan dan wettelijk alleen in Nederland ter adoptie worden opgenomen als de ouders een beginseltoestemming hebben.

Om een beginseltoestemming te verkrijgen dienen de aspirant-adoptiefouders aan een aantal voorwaarden te voldoen. Een daarvan is dat de ouder op het moment van aanmelding niet ouder is dan 45 jaar.  Als de ouder voldoet aan de voorwaarden, krijgt de ouder een uitnodiging voor een informatiebijeenkomst. Daarna dienen de ouders 5 verplichte voorlichtingsbijeenkomsten bij te wonen. Na het bijwonen van de voorlichtingsbijeenkomsten stelt de Raad voor de Kinderbescherming een gezinsonderzoek in. Op basis van het gezinsrapport beslist het ministerie van V&J om een beginseltoestemming te verlenen.

Ouders hebben alleen een beginseltoestemming nodig als het kind naar Nederland komt met het oog op adoptie. Dat betekent dat als het kind primair om andere redenen naar Nederland is gekomen, de adoptiefouders geen beginseltoestemming nodig hebben. Ook dienen ouders geen beginseltoestemming te hebben als zij in het buitenland een adoptieprocedure hebben afgerond en daar tenminste één jaar met het kind in gezinsverband hebben samengeleefd.

Regeling
Wetsartikel Art. 2 Wobka
Synoniemen