Voorbeelduitspraken stiefouderadoptie
Hieronder worden enkele voorbeelden gegeven van gerechtelijke uitspraken waarbij een verzoek tot stiefouderadoptie werd toegewezen. De hieronder gegeven casussen geven het feitencomplex weer.
Rechtbank Limburg 29 maart 2019
Feiten:
In deze zaak ging het om een stiefouderadoptie van vijf kinderen. De kinderen waren halfbroers- en zussen van elkaar en geboren uit twee eerdere relaties van de moeder. Het contact tussen de kinderen en de biologische vaders was (zeer) slecht. Er was al jaren geen contact meer tussen de kinderen en de vaders en zij hadden vrijwel niet in gezinsverband samengeleefd.
Omdat de vaders niet op de zitting verschenen, ging de rechtbank ervan uit dat zij het verzoek niet tegenspraken. Gelet daarop en op het feit dat dat de stiefouderadoptie in het belang van de kinderen was, wees de rechtbank het verzoek toe. Door de adoptie konden de kinderen de achternaam van de stiefouder krijgen, kreeg de vader het gezamenlijk gezag en werd hij volgens de wet juridisch ouder van de kinderen.
Rechtbank Noord-Holland 27 maart 2019
Feiten:
Hierin ging het om de adoptie van twee adoptiefkinderen. De biologische vader was overleden en omdat de moeder reeds gedurende lange tijd een relatie had met haar nieuwe partner en hij de zorg en opvoeding over de kinderen droeg, startten zij een procedure tot stiefouderadoptie.
Gedurende de procedure werd de familie van de overleden biologische ouder opgeroepen. Op basis van het belang van de kinderen en die van de familie besloten de ouders vooralsnog om het verzoek tot partneradoptie in te trekken. In plaats daarvan verzochten zij om het gezamenlijk gezag aan te vragen via de verzoekschriftprocedure bij de rechtbank. Dit verzoek wees de rechtbank toe. Daardoor konden de stiefouder en de moeder ervoor kiezen dat de kinderen voortaan de achternaam van de stiefouder zouden krijgen. Ook dit verzoek wees de rechtbank toe.
Rechtbank Noord-Holland 16 mei 2018
Feiten:
In deze procedure ging het om twee kinderen die al vanaf zeer jonge leeftijd door de stiefvader werden verzorgd en opgevoed. De biologische vader droeg niet bij aan de ouderlijke verantwoordelijkheid. Daar de kinderen ouder waren dan 12, mochten zij door middel van een kindgesprek hun mening kenbaar maken bij de rechtbank. Daarin gaven zij aan dat zij de stiefouder als hun echte vader beschouwden en dat zij geen band hadden met hun biologische vader.
Voorafgaand aan de procedure sprak de biologische vader het verzoek tegen. De rechtbank merkte hem aan als belanghebbende en riep hem op voor de mondelinge behandeling ter zitting. Op de datum van de behandeling verscheen hij echter niet, zodat de rechtbank – conform het wettelijke uitgangspunt – ervan uitging dat hij het verzoek niet tegensprak. Tot slot had de Raad voor de Kinderbescherming een kort onderzoek uitgevoerd en die stond positief tegenover het verzoek tot stiefouderadoptie. Gelet daarop en gelet op het feit dat de adoptie in het belang van de kinderen was, wees de rechtbank het verzoek tot adoptie toe.