Een ondertoezichtstelling (OTS) is in de Nederlandse wet een van de jeugdbeschermingsmaatregelen die kunnen worden ingezet om de belangen van een kind te beschermen. De andere maatregelen zijn het beperken van het ouderlijk gezag en een uithuisplaatsing. Wat een OTS inhoudt en wanneer de rechtbank dit uitspreekt, legt onze advocaat personen- en familierecht uit.
Toepassing ondertoezichtstelling
In de praktijk is de OTS een van de meest voorkomende maatregelen om de belangen van een kind te beschermen. Dit komt omdat bij een OTS ouders in beginsel het ouderlijk gezag kunnen blijven uitoefenen en aldus zelf de verantwoordelijkheid over het kind blijven dragen, hetzij wel beperkt: ouders dienen (belangrijke) beslissingen over aangelegenheden die het kind betreffen in principe af te stemmen met de gezinsvoogd . De OTS wordt doorgaans dan ook in een vroegtijdig stadium ingezet om ouders ondersteuning en begeleiding te bieden bij de zorg- en opvoedingstaken. Ouders zijn gehouden om aanwijzingen van de gezinsvoogd op te volgen.
Ratio ondertoezichtstelling
Een OTS is bedoeld als tijdelijke maatregel, wat betekent dat de kinderrechter periodiek (jaarlijks) evalueert of de OTS moet worden verlengd. Als de ouders zelf in staat zijn de zorg- en opvoedingstaken op zich te nemen, zal de rechtbank de OTS kunnen beëindigen. De kinderrechter laat zich daarbij adviseren door de Raad voor de Kinderbescherming. Is de Raad van oordeel dat de OTS moet worden verlengd, dan sluit de rechtbank zich doorgaans bij dit oordeel aan. In uitzonderlijke gevallen kan de rechtbank een voorlopige OTS uitspreken: dit doet zich voor als er sprake is van een acute noodsituatie en een regulier onderzoek door de RvdK niet kan worden afgewacht.
Wijze van aanvraag
Het aanvragen van een OTS gebeurt door de RvdK. Die stelt daartoe eerst een gezinsonderzoek in en besluit, zo nodig, om aansluitend de OTS aan te vragen bij de rechtbank. De daadwerkelijke OTS wordt uitgevoerd door een gecertificeerde instelling zoals Bureau Jeugdzorg. Als de rechtbank de OTS uitspreekt, oefent bureau jeugdzorg aansluitend de OTS uit door het aanstellen van een gezinsvoogd.
Voorwaarden voor ondertoezichtstelling
Een OTS kan alleen door de rechtbank worden uitgesproken als voldaan is aan een aantal voorwaarden. Die voorwaarden zijn onder andere:
- Er is sprake van een situatie waarbij het kind zodanig opgroeit dat hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd;
- De ouders zijn niet in staat om op korte termijn zelf deze problematiek weg te nemen;
- De ouders in onvoldoende mate ondersteuning en begeleiding accepteren bij de zorg en opvoeding van het kind;
Daarnaast toetst de rechtbank of de maatregel van OTS proportioneel is, omdat de OTS in principe inbreuk maakt op het gezinsleven van de ouders en het kind. Daardoor mag een OTS alleen door de rechtbank worden uitgesproken als dit gelet op de belangen van het kind noodzakelijk en proportioneel is. Een OTS mag aldus niet lichtvaardig door de rechtbank worden uitgesproken: er moet sprake zijn van een bedreigende situatie voor het kind.
Veelvoorkomende situaties
Veelvoorkomende situaties waarbij de rechtbank een OTS uitspreekt:
- Er wordt bij het kind probleemgedrag gesignaleerd, waaronder bijvoorbeeld schoolverzuim;
- Er zijn concrete aanwijzingen dat het kind in zijn opvoeding wordt verwaarloosd, waaronder wordt verstaan mishandeling, pedagogische onmacht van de ouders of vergelijkbare situaties;
- Het kind wordt anderzijds bedreigt in zijn geestelijke ontwikkeling of gezondheid.
Uithuisplaatsing als nadere maatregel
Blijkt een OTS niet voldoende, dan kan de rechtbank de uithuisplaatsing van het kind uitspreken. Het kind verblijft, behoudens zeldzame gevallen, bij geen van beide ouders maar bij een pleeggezin. De kinderrechter zal deze maatregel toepassen als de ouders naar verwachting op termijn niet in staat om de zorg en opvoeding over het kind te dragen (bijvoorbeeld vanwege (ernstige) privéproblematiek). Ook als de kans aanwezig is dat het kind psychische schade zal ondervinden als het bij zijn ouders blijft wonen, zal de rechtbank de uithuisplaatsing uitspreken. Bij een uithuisplaatsing volgt een ontzetting van de ouders uit het gezag. Bureau Jeugdzorg of het pleeggezin waar het kind verblijft oefent dan voortaan het gezag over het kind uit.