Bij een omgangsregeling is het vanzelfsprekend belangrijk dat het kind zich veilig kan voelen bij beide ouders. Soms komt het voor dat een van de ouders alcohol of drugs gebruikt; dat kan leiden tot terechte zorgen bij de andere ouder. Het kan grond opleveren om een omgangsregeling niet op te starten (of om deze te beëindigen), maar dat hangt onder meer af van de aard, duur en frequentie van het drugsgebruik. Daarnaast kan de leeftijd van het kind een rol spelen. Onze advocaat personen- en familierecht bespreekt een tweetal voorbeelden uit de rechtspraak.
Omgangsregeling na ouderschapsplan
In een uitspraak van de rechtbank Rotterdam ging het om een nog op te starten omgangsregeling. Partijen waren in 2016 uit elkaar gegaan en ze hadden een ouderschapsplan opgesteld. Hierin maakten zij onder meer afspraken over de omgang met hun gezamenlijke kind (t.t.v. de uitspraak 8 jaar oud). Kort erna kwam de moeder erachter dat de vader drugs gebruikte. Ze zette de omgangsregeling stop.
Verantwoord ouderschap
In 2019 verzocht de vader via de rechtbank een voorlopige omgangsregeling vast te stellen. De moeder gaf tijdens de procedure aan dat de vader drugs gebruikte en verzette zich ertegen. Al heeft een kind recht op omgang met beide ouders, ging de rechtbank hier mee in het verweer van de moeder: drugs en verantwoord ouderschap gaan niet samen, aldus de rechtbank. De vader erkende daarbij dat hij tot 2018 drugs gebruikte, maar nu niet meer. Echter kon de vader dat niet aantonen: als verweer legde hij recente drugstesten over, maar volgens de moeder bleek daaruit júist dat de vader drugs gebruikte (daartoe stelde ze, dat er sprake was van een verhoogde amfetaminespiegel). Dit duidde op gebruik van speed. Gelet hierop ontzegde de rechtbank de vader het recht op omgang.
Verstoorde verstandhouding en drugsgebruik
In een uitspraak van het hof Amsterdam van ging het om een verzoek tot omgangsregeling, ingediend door de vader. Na de geboorte van hun kind gingen beide ouders uit elkaar. De vader was (in elk geval in het verleden) verslaafd aan harddrugs. Meerdere pogingen om af te kicken waren hem niet gelukt. Omdat hij leed aan persoonlijke problematiek en zich vaak agressief en/of beledigend uitliet jegens de moeder, was de verstandhouding tussen partijen ernstig verstoord.
Verzoek raadsonderzoek afgewezen
Gezien het voorgaande kwam het hof reeds tot de conclusie dat een omgangsregeling niet aan de orde was. Vanwege de persoonlijke problematiek van de vader, verzocht zijn advocaat om een raadsonderzoek te gelasten, zodat hieruit inzichtelijk zou worden welke mogelijkheden er – gezien zijn privésituatie – wel zouden zijn. Het hof ging hier echter niet in mee, omdat er sterke aanwijzingen waren dat de vader nog steeds (hard)drugs gebruikte. Hij had daar zelf evenwel onvoldoende duidelijkheid over verschaft, maar enkel aangegeven dat hij geen drugs meer gebruikte. Deze enkele stelling vond het hof, gezien de bewijzen m.b.t. zijn houding naar de moeder toe, onvoldoende. Het hof wees ook in hoger beroep zijn verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling af.
Nieuw verzoek tot omgang bij gewijzigde omstandigheden
In zijn algemeenheid kan drugsgebruik een grond opleveren voor ontzegging van de omgang. Enige uitzondering hierop is als het op geen enkele wijze de omgang raakt, maar om vanzelfsprekende redenen verdient het de voorkeur om drugsgebruik geheel uit te bannen: zoals de rechtbank Rotterdam overwoog, gaan drugs en verantwoord ouderschap niet samen. Wijst de rechtbank een verzoek tot omgangsregeling af, dan kan deze ouder na verloop van tijd een nieuw verzoek tot omgangsregeling indienen. Daarbij is het dan in beginsel noodzakelijk dat de ouder kan aantonen niet langer drugs te gebruiken (en aldus tot inkeer is gekomen). Gaat het overigens om een bestaande omgangsregeling, dan kan de andere ouder bij (vermoed) drugsgebruik per direct een verzoek bij de rechtbank indienen om de omgang stop te zetten. Het kan ook voorkomen dat er een ondertoezichtstelling komt, mede als ‘stok achter de deur’ om drugsgebruik uit te bannen.
Advocatenkantoor Appelman bij omgangsregeling
Onze specialisten hebben geruime ervaring op het gebied van adviseren en procederen op het gebied van omgangsregelingen. Vragen? Stel ze via het contactformulier, per e-mail ([email protected]) of via 072 – 512 3229.