Handelsnamen zijn beschermd op grond van de Handelsnaamwet. Dat betekent dat een onderneming die een handelsnaam voert die grote gelijkenis vertoont met een andere onderneming, daartegen kan worden opgetreden. Uitgangspunt daarbij is dat de onderneming die als eerste de naam ‘in het maatschappelijk verkeer is gaan gebruiken’, recht op bescherming toekomt. Dat ook kan worden opgetreden tegen handelsnamen die in auditief opzicht gelijkenissen vertoont, blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Den Haag. Onze advocaat intellectueel eigendomsrecht legt uit hoe dit zit.

Feiten

In de procedure staan Finext (als eisende partij) en Finaxe tegenover elkaar. Finext is een onderneming die onder meer banken en verzekeraars adviseert bij het verbeteren van de financiële instructie. Zij heeft haar handelsnaam voor het eerste in juni 2000 ingeschreven en Finaxe heeft haar handelsnaam ingeschreven op 3 maart 2010. Finaxe is niet werkzaam in de financiële advisering, maar is een uitzendbureau. In oktober 2017 raakt Finext op de hoogte van het bestaan van Finaxe, naar aanleiding van een vraag van één van haar klanten of Finaxe een nieuwe tak van Finext is. Na telefonisch contact tussen partijen stuurt Finext Finaxe een sommatie en vordert zij het gebruik van haar handelsnaam te staken. Daarop geeft Finaxe aan dat zij aan deze vordering geen gehoor zal geven.

Handelsnaam beschrijvend van aard?

In de daaropvolgende procedure voeren partijen voeren over en weer aan waarom het gebruik van de respectievelijke handelsnamen al dan niet gestaakt dient te worden. Finaxe voert aan dat de handelsnaam ‘Finext’ geen bescherming op grond van de Handelsnaamwet toekomt, omdat de naam beschrijvend is en daardoor onderscheidend vermogen mist. De rechter passeert dit betoog, omdat de handelsnaam Finext een niet bestaand woord is en zelfstandige betekenis mist. Daardoor staat vast dat de handelsnaam Finext op zichzelf een beschermde handelsnaam is.

Mate van overeenstemming?

De tweede vraag die de rechter dient te beantwoorden is of de handelsnamen Finext en Finaxe in zekere mate overeenstemmen. Wijkt een handelsnaam slechts in geringe mate af, dan wordt op grond van de Handelsnaam een inbreuk aangenomen. In dit geval oordeelt de Voorzieningenrechter dat beide handelsnamen op Engelse wijze worden uitgesproken (‘Fajnekst’ en ‘Fajneks’) en dat een groot deel van het publiek dat in aanraking komt met de handelsnamen deze ook op Engelse wijze uitspreken. Als bewijs daarvan wordt door Finext een geluidsfragment overgelegd van receptionisten bij het opnemen van de telefoon.

Mate van auditieve overeenstemming beslissend?

De rechter oordeelt aldus dat er sprake is van auditieve overeenstemming tussen de handelsnamen. Het enige klankverschil is aldus de letter ‘t’ op het einde van de naam ‘Finext’. Daarbij is overigens mede van belang dat beide partijen met de handelsnaam beogen een verwijzing te maken naar ‘iets op financieel vlak’. Zouden partijen hieromtrent andere intenties hebben, dan zou een inbreuk mogelijk minder snel in de rede liggen. Overigens opereren Finext en Finaxe beide in de financiële sector. Doordat zij beide deels concurrerende en deels complementaire activiteiten verrichten bij potentieel gezamenlijke klanten, is naar het oordeel van de Voorzieningenrechter sprake van mogelijk verwarringsgevaar.

Aanvullende omstandigheden

Tot slot wordt omtrent het gebruik van de toevoeging ‘Talent’ bij ‘Finaxe & Talent’ geoordeelt dat zulks het verwarringsgevaar niet wegneemt, omdat naar het oordeel van de rechter de toevoeging ondergeschikt is aan het element Finaxe.

Door Edward Appelman op 3 december 2018 Leestijd: 3 minutes