De scheidslijn tussen een stageovereenkomst en een arbeidsovereenkomst is soms dun terwijl de belangen groot zijn. Immers wanneer de overeenkomst gekwalificeerd kan worden als arbeidsovereenkomst heeft de werknemer onder meer recht op loon, loondoorbetaling bij ziekte en geniet hij ontslagbescherming. In geval van ontslag heeft hij vanaf 1 januari 2020 ook recht op een transitievergoeding vanaf dag 1 van de arbeidsovereenkomst.

Gelet op deze belangen wordt met enige regelmaat geprocedeerd over de vraag of een overeenkomst is te kwalificeren als een arbeidsovereenkomst. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van een arbeidsovereenkomst geldt de rechtsregel van Groen/Schoevers en de daarop volgende “kwalificatiejurisprudentie “ van de Hoge Raad.

In de zaak  Logidex/SCNU heeft de Hoge Raad dit nader gespecificeerd bij de kwalificatie van de stageovereenkomst. Wanneer de leeraspecten in de uitoefening van het werk de boventoon voeren, is geen sprake van een arbeidsovereenkomst. In de zaak van Hof Amsterdam van 5 november 2019 (ECLI:NL:GHMS:2019:3971) had een student aan een lerarenopleiding een praktijkleerovereenkomst gesloten met INHOLLAND en Mundus op grond waarvan hij in de periode van 6 januari 2015 tot 7 juli 2015  twee dagen per week Engelse les gaf aan leerlingen van Mundus. In de praktijkleerovereenkomst stond dat het doel van de stage is ervaring op te doen met de praktische toepassing van theoretische kennis die hij reeds heeft verworven en het verwerven van nieuwe kennis en vaardigheden voor de opleiding.

Voorts was in de praktijkleerovereenkomst vastgelegd dat de student geen recht had op een onkosten, reis- of stagevergoeding. Ook was bepaald dat de praktijkleerovereenkomst geen arbeidsovereenkomst was. De student heeft de stage met een onvoldoende afgesloten. Hij heeft in eerste instantie jegens Mundus gevorderd een verklaring voor recht dat sprake was van een arbeidsovereenkomst (a) en (b) betaling van het loon conform de CAO Voortgezet Onderwijs. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen. Ook het Hof stelde de student in het ongelijk.

Het Hof oordeelde dat het erop aankomt of het verrichten van de werkzaamheden van de stagiair al dan niet in het belang is van de opleiding die de student volgt. Dat de student werkzaamheden heeft verricht die vergelijkbaar zijn met die van een docent maakt volgens het Hof echter nog niet dat afgezien van de praktijkleerovereenkomst sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst. Zowel Mundus als de student hebben kennelijk gemeend dat de student, die daar immers mee instemde, de in het kader van de opleiding gewenste ervaring kon opdoen door zelfstandig les te geven. Daarmee wordt aldus het Hof het lesgegeven geacht binnen de doelstelling van de stage te vallen. Het hof komt op grond van één en ander tot het oordeel dat uit de door de student aangevoerde feiten en omstandigheden niet volgt dat aan de maatstaf voor het bestaan van een arbeidsovereenkomst (Logidex/SNCU ECLI:NL:HR:2015:3019) is voldaan. In deze laatste uitspraak oordeelde de Hoge Raad dat het juist is dat een stageovereenkomst dikwijls kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst maar uit de overwegingen van het Hof valt niet op te maken of de verrichte werkzaamheden in overwegende mate in het belang van de opleiding zijn verricht. Na verwijzing oordeelde het Hof Amsterdam op 6 februari 2018 dat de leeraspecten zwaarder wogen dan de arbeidsaspecten zodat het eindoordeel is dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Dat het ook anders kan blijkt uit ECLI:HR:2006:AU9772 waarin de HR oordeelde dat de promovendi een productieve arbeidsprestatie leveren, want promoties dragen bij aan het primaire doel van de universiteit, zodat sprake is van een arbeidsovereenkomst.

Het Hof Arnhem kwalificeerde een stage-leerovereenkomst  als arbeidsovereenkomst omdat meer dan het minimumloon werd betaald ECLI:NL:GHARN:BJ4829

Rechtbank Midden-Nederland kwalificeerde een stage/leerovereenkomst als arbeidsovereenkomst nu geen leerdoelstellingen waren geformuleerd, geen begeleiding werd gegeven en de arbeidskracht op normale wijze werd ingeroosterd (ECL:NL:RBMNE:2018:553).

Indien u over deze blog een vraag heeft, neemt u contact op met onze advocaat arbeidsrecht. 

Door Edward Appelman op 9 april 2020 Leestijd: 3 minutes