Recent zette de rechtbank Midden-Nederland in een uitspraak uiteen wat zoal onder de zorgplicht valt bij het aangaan van een kredietovereenkomst. Een kredietnemer kon de verplichtingen uit de kredietovereenkomst niet nakomen, waarna de bank een vordering instelde tot terugbetaling van het krediet. Onze advocaat verbintenissenrecht bespreekt deze zaak en gaat kort in op de omvang van de zorgplicht van een kredietverstrekker bij een kredietovereenkomst.
Effectenleaseovereenkomst en zorgplicht
De feiten in deze zaak waren als volgt. De bank (de bank in eerste aanleg) had met de kredietnemer een overeenkomst gesloten met een doorlopend krediet van maximaal Hfl. 20.000 tegen een vergoeding van maximaal 0,816% per maand. Een groot deel van dat bedrag werd op de rekening van de kredietnemer gestort en hij maakte van het geld gebruik om een bij die bank lopend krediet volledig af te lossen. Nadien verkreeg hij een overeenkomst, die blijkens de tekst neerkwam op een zogeheten effectenleaseovereenkomst.
Algemene voorwaarden
In de algemene voorwaarden van de kredietovereenkomst stond bepaald dat het volledig bedrag onmiddellijk opeisbaar zou zijn als de kredietnemer gedurende ten minste twee maanden achterstallig zou zijn in de nakoming van zijn verplichtingen. Nadien heeft de kredietnemer een aanbod ontvangen tot vervroegde afkoop van de overeenkomst, waarbij hem de restschuld werd kwijtgescholden.
Verzuim terugbetaling rente
In de procedure weerspreekt de kredietnemer niet dat het van de bank verkregen krediet nog niet had terugbetaald en dat hij in verzuim was met de rentebetalingen. Voorts weersprak hij niet dat de bank Defam de overeenkomst buitengerechtelijk had ontbonden. De kredietnemer stelt echter dat de bank zijn zorgplicht had geschonden en dat de bank tekort is geschoten in de op haar rustende verplichting om hem correct en tijdig te informeren over het feit dat de effectenleaseovereenkomst en het spaarkrediet aan elkaar waren gekoppeld.
Verweer eisende partij
De bank stelt zich daarentegen op het standpunt dat hij geen informatieplicht had. Daarnaast was zij niet op de hoogte van het feit dat de kredietnemer ook een effectenleaseovereenkomst was aangegaan. Zelfs als hij dat wel had geweten, zo stelt de bank, had hij nog geen informatieplicht gehad omdat hij gebruik had gemaakt van een tussenpersoon.
Samenhang tussen effectenleaseovereenkomst
De rechter is van oordeel dat er geen sprake is van een schending van de zorgplicht. De reden hiervoor is dat de kredietnemer partij beide overeenkomsten met verschillende partijen heeft gesloten. Ook gaat het hier om een eenvoudig product met duidelijk uit de overeenkomst blijkende rechten en plichten. Aangezien de bank de stellingen van de kredietnemer duidelijk had weerlegd, had het bovendien op de weg van de kredietnemer gelegen om zijn stellingen beter te onderbouwen. Ook had de kredietnemer partij zich laten adviseren door een tussenpersoon, waardoor het niet in de rede lag dat de kredietnemer zich bovendien (nogmaals) zou laten informeren door de bank.
Geen schending zorgplicht
Tot slot bracht de kredietnemer in dat de bank op grond van de eisen van redelijkheid en billijkheid zijn zorgplicht zou hebben geschonden. Naar het oordeel van de rechter bracht hij echter ook op dit punt onvoldoende feiten en omstandigheden naar voren, waardoor ook dit verweer werd afgewezen.