Bij een scheiding of bij een verbreking van de relatie, moeten ouders veel regelen. Ook voor de kinderen. Het kan daarbij voor de ouders lastig zijn om een goede omgangsregeling af te spreken, want dit hangt o.a. af van de vraag of de ouder(s) deze afspraken goed nakomen en wat de draagvlak van het kind is. In dit blog: als ouders een omgangsregeling afspreken, bestaat er dan een minimale omgangsregeling en zo ja, wat houdt deze in? Dit bespreekt advocaat Edward Appelman aan de hand van een recente uitspraak.

Beoordelingskaders omgang

In de praktijk kunnen ouders m.b.t. een omgangsregeling veel zelf regelen, anders gaat het eventueel via de rechtbank. De omvang van een omgangsregeling hangt in beginsel af van vier omstandigheden:

– de communicatie tussen ouders en de (emotionele) beschikbaarheid van een ouder t.a.v. het kind;

– de reisafstand tussen ouders;

– in welke mate er een ‘vaste’ omgangsregeling is (bijv. ouderschapsplan) en zo ja, hoe goed de ouder deze afspraken nakomt;

– de draagvlak van het kind, bijv. of het speciale behoeftes heeft.

Uitgangspunt in de rechtspraak is: een kind moet omgang hebben met een ouder. De ratio hierachter is, dat de ouder een belangrijk onderdeel vormt in de identiteitsontwikkeling van het kind.

Omvang omgangsregeling in de praktijk

Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen ‘minimale omgangsregeling’. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval. Kantekening daarbij is, dat er vrijwel geen situaties bestaan waarbij een (door de rechtbank vastgestelde) omgangsregeling minder is dan één keer per drie maanden. Dat betekent: áls de rechtbank een omgangsregeling bepaalt, is dat (aanvankelijk) ten minste 1 keer per drie maanden, eventueel uit te breiden.  In de praktijk zal het al snel oplopen tot een keer per maand, of om het weekend, o.a. afhankelijk van de behoeftes van het kind. Is de communicatie tussen de ouders slecht, dan kunnen zij eventueel terecht bij het Omgangshuis of het traject Ouderschap Blijft volgen. Dit kan dan een positief effect hebben op de (omvang van) de omgangsregeling.

Voorbeelduitspraak omgang

Hoe past de rechtspraak nu voornoemde aspecten toe in de praktijk? Dat blijkt uit een recente uitspraak, waarin de feiten als volgt waren. Ouders hadden een relatie gehad van 8 jaar en waren ouders van een kind van 7. In eerste instantie was de moeder de hoofdopvoeder en keek de vader niet meer naar het kind om. Er verstreek daardoor enige tijd tot de vader, na circa 1,5 jaar, aan de moeder verzocht om weer omgang met het kind te hebben. Daar stond zij voor open, maar ze wilde wel onder strikte voorwaarden een omgangsregeling afspreken.  De reden hiervoor was dat het kind was gediagnosticeerd met autisme en het voor hem was het een grote schok geweest dat de vader plotseling uit zijn leven was ‘verdwenen’.

Geschilpunten

Omdat er ook hulpverleningsinstanties betrokken waren, was het in eerste instantie niet eenvoudig om een goede omgangsregeling af te spreken. De vader wilde een minimale omgangsregeling van 2 uur per weekend op een zaterdag, maar de moeder gaf aan dat dit teveel zou zijn voor het kind. Ook waren de ouders na het verbreken van de relatie enigszins ver uit elkaar gaan wonen, wat ertoe leidde dat het voor de moeder geen goede optie was om het kind te halen en te brengen. Tot slot achtte zij van belang, dat de vader bij de omgang met het kind thuisondersteuning zou krijgen, maar hij gaf aan dat dit niet betaalbaar was.

Onderzoek Raad voor de Kinderbescherming

Kortom: ouders konden het niet eens worden over een omgangsregeling. Via de rechtbank diende de vader een verzoek tot omgang in. De Raad voor de Kinderbescherming deed daarop onderzoek, maar kwam met een negatief advies. Zij meende, dat de ouders eerst moesten werken aan contactherstel, maar onderstreepte wel het belang dat er (op den duur) omgang zou komen. Omgang was op het huidige moment echter nog niet in het belang van het kind.

Moeder stelt voorwaarden aan omgang

Vervolgens besprak de rechtbank met de ouders en hun advocaten tijdens een zitting het raadsrapport. Daarbij trachtte de rechtbank bij de ouders te peilen welke mogelijkheden zij zagen voor omgang, i.v.m. de speciale aanpak van het kind. Daarbij benadrukte de moeder dat zij graag zou willen zien dat er omgang zou komen, maar onderstreepte wel het belang van hun zoon i.v.m. zijn autistische achtergrond. Ze wilde dat de vader in elk geval een cursus ‘omgaan met autisme’ zou volgen en wilde ook zekerheid hebben dat hij ook daadwerkelijk alle afspraken m.b.t. de omgang zou nakomen. Immers wilde ze voorkomen dat de zoon weer opnieuw zou worden geconfronteerd met een plotseling vertrek van zijn vader. De vader stond voor deze voorwaarden open en de rechtbank hield de procedure aan, in afwachting van de uitkomst van o.a. contactherstel en de cursus.

Contactherstel en overeenkomst

De vader kwam zijn afspraken na en partijen konden goed werken aan contactherstel. In overleg met thuisondersteuning en betrokken specialisten gaf de moeder aan, dat in eerste instantie een minimale omgangsregeling van één uur per maand mogelijk was. Al was dit minder dan de vader hoopte, zag hij het belang van zijn zoon en was akkoord met deze regeling, ook omdat hij nog zou kunnen worden uitgebreid. Partijen kozen ervoor om via de advocaten de afspraken vast te laten leggen in een rechtbankuitspraak, zodat zij een feitelijk een bindende overeenkomst hadden.

Advocaat personen- en familierecht Alkmaar

Heeft u n.a.v. deze blog een vraag, dan neemt u contact op met onze advocaat personen- en familierecht. Onze specialisten hebben jarenlange ervaring binnen het familierecht en kunnen u bij o.a. een verzoek (of verweer) tot omgang uitgebreid adviseren of de mogelijkheden. Wij staan cliënten op landelijke basis bij. Hiervoor kunt u het contactformulier invullen, dan wel uw casus voorleggen via [email protected]

Waarom ons

Gratis kennismakingsgesprek

5000+ zaken behandeld

Flexibel én voordelig

Ook pro-deo

30+ jaar ervaring

Door Edward Appelman op 21 februari 2022 Leestijd: 4 minutes