Van ouders met kinderen is de meest draagkrachtige ouder in veel gevallen verplicht alimentatie te betalen aan de andere ouder. Deze alimentatieplicht stopt in principe zodra het kind de meerderjarige leeftijd bereikt. Onder omstandigheden kan er sprake zijn van een zogeheten ‘verlengde onderhoudsplicht’, ofwel bijdrage in het levensonderhoud voor een jongmeerderjarige. Wanneer die situatie zich voordoet, illustreert onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente beschikking.
Let op afspraken omtrent alimentatie in het ouderschapsplan
Deze procedure gaf goed weer hoe belangrijk het is dat ouders na het verbreken van de relatie duidelijke afspraken maken. In veel gevallen is dit al wettelijk verplicht. Als ouders met kinderen uit bijvoorbeeld elkaar gaan er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap , dienen zij bij de rechtbank een echtscheidingsconvenant of ouderschapsplan te overleggen. Hierin maken zij onder meer afspraken over de onderhoudsplicht van de ene ouder t.o.v. de andere ouder. T.a.v. onderwerpen waar de ouders het niet over eens worden, kan de rechter een beslissing nemen. Zo kan de rechter ook de hoogte van de alimentatieplicht vaststellen. De wettelijke regeling daarvoor is gebaseerd op art. 1:395a BW, dat luidt:
1. Ouders zijn verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun meerderjarige kinderen die de leeftijd van een en twintig jaren niet hebben bereikt.
2. Een stiefouder is gedurende zijn huwelijk of zijn geregistreerd partnerschap jegens de tot zijn gezin behorende meerderjarige kinderen van zijn echtgenoot of geregistreerde partner die de leeftijd van een en twintig jaren niet hebben bereikt, verplicht te voorzien in de bij het vorige lid bedoelde kosten.
Nihilstelling alimentatie: zelfstandig verzoek alsnog mogelijk?
In deze procedure bij het hof ging het om ouders met kinderen die uit elkaar waren gegaan. Zij hadden in het ouderschapsplan geen afspraken gemaakt over de hoogte van de alimentatie en de alimentatieduur. Zij waren enkel een bijdrage overeengekomen voor hun kind. Dat kind bereikte in de loop van de procedure bij de rechtbank de meerderjarige leeftijd. De vader verzocht vanwege zijn slechte financiële positie met succes een nihilstelling van de alimentatie. De dochter was het daar niet mee eens en stelde hoger beroep in. Daarin stelde zij zich op het standpunt dat de bijdrage van rechtswege was omgezet in een verlengde onderhoudsbijdrage, nu zij 18 was geworden.
Verlengde onderhoudsplicht: enkel omzetting als rechter bijdrage heeft vastgesteld
Het hof was het echter met deze stelling niet eens: als de rechter de hoogte van de alimentatie heeft bepaald, wordt die alimentatieplicht van rechtswege omgezet in een verlengde onderhoudsplicht zodra het kind 18 wordt. In deze procedure hadden de ouders echter zelf afspraken gemaakt in het ouderschapsplan omtrent de alimentatie . Daardoor werd deze niet van rechtswege omgezet in een verlengde alimentatieplicht tot en met de leeftijd van 21. De rechtbank had om die reden een juist oordeel gegeven en was terecht tot de conclusie gekomen dat de alimentatieplicht van de vader was beëindigd.
Aanspraak nihilstelling: nieuw zelfstandig beroep
Omdat de vader in de procedure met succes een nihilstelling van de alimentatie had gevraagd, leidde dat er aldus toe dat de dochter geen aanspraak meer kon maken op de verlengde onderhoudsplicht. Er was immers geen rechtelijke beslissing omtrent de bijdrage, maar enkel hetgeen de ouders in het ouderschapsplan hadden afgesproken. De dochter kon weliswaar alsnog zelfstandig een verzoek indienen voor een verlengde onderhoudsbijdrage, maar dit had zij nagelaten. De enige wijze waarop zij alsnog aanspraak kan maken op de verlengde onderhoudsbijdrage is om opnieuw een zelfstandig verzoek in te dienen bij de rechtbank. Gelet op de nihilstelling zal dat verzoek naar verwachting echter weinig kansrijk zijn.