Wanneer ouders uit elkaar gaan, is dat voor kinderen nooit fijn. In verreweg de meeste gevallen is er sprake van een omgangsregeling en genieten de kinderen evenwel met beide ouders evenveel contact. Soms komt het voor dat het kind echter niet naar een van de ouders wil, zoals de vader. Onze advocaat personen- en familierecht bespreekt wat de ouders dan het beste kunnen doen.
Relevante onderwerpen voor contact
Hierna gaat onze advocaat in op vier verschillende aspecten van de omgangsregeling:
a. mogelijke oorzaken waarom het kind niet naar de vader wil en hoe dit kan worden opgelost;
b. de situatie dat ouders onderling een omgangsregeling hebben vastgesteld;
c. de invloed van de leeftijd van het kind op de omgangsregeling;
d. de situatie dat de rechtbank een omgangsregeling heeft vastgesteld.
Achterliggende oorzaken
Wil het kind niet naar één van de ouders? Daar kan een psychologisch (ingrijpende) oorzaak aan ten grondslag liggen. (Zeer) jonge kinderen kunnen op een bepaald moment namelijk zogenoemd ‘splitting’ gedrag gaan vertonen. Dat betekent dat een kind een persoon, zoals de ouder, in zwart-wit termen gaat zien. Dit kan zeer schadelijk zijn voor de verdere ontwikkeling van het kind en kan komen doordat er iets is gebeurd in het leven van het kind. Bijvoorbeeld omdat een ouder herhaaldelijk afspraken niet is nagekomen. Vermoedt een ouder dat hiervan sprake is, dan kan de ouder het beste begeleiding inschakelen.
Onderlinge afspraken
Is er daarentegen geen (directe) oorzaak, dan is een onderlinge oplossing vaak mogelijk. Welke het beste is, hangt mede af van de leeftijd van het kind. (Zeer) jonge kinderen vergen een andere aanpak dan kinderen in de tienerfase. Als de ouders onderling een omgangsregeling hebben afgesproken, dan is het vaak mogelijk om onderling de afspraken te wijzigen. De ouders kunnen dit eventueel doen met behulp van een advocaat of mediator.
Omgangsregeling: belang kind
Komen de ouders en/of het kind er niet uit? Een omgangsregeling dient ten eerste in het belang van het kind te zijn. Als er al een omgangsregeling is en het kind wil niet (meer), dan is het vaak nodig om deze te wijzigen. De ouders kunnen dit onderling doen of via de rechtbank.
Omgangsregeling wijzigen via rechtbank
Komen de ouders er in onderling overleg niet uit? Dan kan de rechtbank de omgangsregeling wijzigen. Dat kan enkel via een advocaat. Als niet duidelijk is waarom het kind geen omgangsregeling (meer) wil, dan kan die oorzaak vaak naar boven komen tijdens de procedure. Dat komt omdat de Raad voor Kinderbescherming een onderzoek zal doen en onder meer met het kind en de ouders zal praten.
Mening kind
Is het kind ouder dan 12? Dan mag het zijn of haar mening bij de rechtbankprocedure kenbaar maken. Met name bij het Raadsonderzoek is dit vaak van groot belang omdat daaruit naar voren komt of er specifieke oorzaken zijn. Het kind mag echter niet zelf bepalen of het geen contact meer met een ouder wil. Dat komt omdat het voor de ontwikkeling van het kind vaak van groot belang is dat het met beide ouders contact heeft. Voor de eigen bestwil van het kind kan dit daarom soms anders zijn.
Onderzoek RvdK
Een uitzondering hierop is als de RvdK oordeelt dat omgang met een ouder niet in het belang van het kind is. Meestal valt dat samen met de wens van het kind om niet naar een ouder te gaan. Uiteindelijk neemt de rechtbank dan een beslissing op het verzoek. Dat kan ertoe leiden dat de rechtbank besluit dat een kind wel omgang met een ouder moet hebben ondanks dat het dat niet wil of andersom.