Wanneer ouders met kinderen gaan scheiden, kunnen zij een co-ouderschapsregeling treffen. In een aantal opzichten is dat hetzelfde als een omgangsregeling, maar verschilt daarvan op een aantal belangrijke punten. Ook is een co-ouderschap in financieel opzicht belangrijk, want beide ouders kunnen in dat geval (voor de helft) aanspraak maken op kinderbijslag en (onder voorwaarden) het kindgebonden budget. Wanneer de ouders co-ouderschap kunnen aanvragen en wat daarvoor de voorwaarden zijn, bespreekt onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente uitspraak waarin de rechtbank zich daarover uitliet.
Betekenis van het begrip co-ouderschap in de praktijk
De term co-ouderschap komt van oudsher vanuit het echtscheidingsrecht. Sinds 1995 geldt hoofdregel dat ouders met kinderen bij een scheiding een co-ouderschapsregeling moeten afspreken. Men spreekt ook wel van een co-ouderschap als beide ouders apart van elkaar wonen en de ouders het kind samen verzorgen en opvoeden, al is dit terminologisch minder correct. Van een co-ouderschapsregeling kan al sprake zijn als het kind om beurten, ongeveer even vaak, bij beide ouders te verblijft en de ouders de afspraken omtrent de kosten voor zorg en opvoeding hebben vastgelegd in een overeenkomst (ouderschapsplan) of gerechtelijke beschikking. Binnen de rechtspraak wordt bij een co-ouderschap ook wel aangenomen wanneer de ouders ongeveer eenzelfde aandeel in de zorg en opvoeding van de kinderen hebben, op voorwaarde dat de kosten voor zorg en opvoeding tussen beide ouders wordt gedeeld. Een ‘harde’ criterium of wettelijke definitie is er aldus niet, als er maar sprake is van een min of meer gelijke verdeling in de zorg- en opvoedingstaken van het kind en deze schriftelijk zijn vastgelegd.
Hoofdverblijf van het kind bij een co-ouderschap
Bij een co-ouderschap heeft het kind zijn hoofdverblijf bij één van de ouders. Dit is minder van belang dan bij een ‘reguliere’ omgangsregeling, omdat die ouder doorgaans het grootste aandeel geniet in de omgangsregeling. Overigens heeft het hoofdverblijf van het kind wel financiële gevolgen, want de ouder bij wie het kind zijn of haar hoofdverblijf heeft kan meestal de kinderbijslag innen. Het kind heeft altijd hoofdverblijf bij één van de ouders, ongeacht of er co-ouderschap is of niet.
Voor- en nadelen co-ouderschap
Net als een ‘reguliere’ omgangsregeling kent een co-ouderschap voor- en nadelen. Een voordeel van co-ouderschap is dat beide ouders de verantwoordelijkheid voor het kind blijven behouden. Dit verschilt in wezen niet ten opzichte van een reguliere zorgregeling of omgangsregeling, maar doordat er sprake is van een 50-50 kan dit meer structuur en routine voor het kind met zich brengen ten opzichte van een ‘reguliere’ omgangsregeling. Daarnaast kent co-ouderschap voornamelijk in financieel opzicht voordelen. Zo kunnen beide ouders bijvoorbeeld (voor de helft) aanspraak maken op kinderbijslag en, onder voorwaarden, het kindgebonden budget. Voor dit laatste geldt als voorwaarde dat er er twee of meer kinderen zijn.
Een van de nadelen van co-ouderschap is, net als bij een reguliere omgangsregeling, de steeds wisselende gezinssituatie voor het kind belastend kan zijn.
Verdere voorwaarden voor het verkrijgen van co-ouderschap
In een recente uitspraak van de rechtbank Amsterdam ging het om twee ouders die een verzoek tot echtscheiding hadden ingediend. De ouders verzochten de rechtbank daarnaast om een co-ouderschap op 50/50 basis vast te stellen. De kinderen zouden dan van maandag tot woensdagochtend bij de moeder verblijven, vanaf woensdag na school tot vrijdagochtend na school bij de vader en in het weekend om en om. Ook verzocht de moeder de rechtbank dat de kinderen voortaan hoofdverblijf bij haar zouden hebben, zodat zij aanspraak kon maken op kindgebonden budget. De rechtbank overwoog echter dat enkel een financieel belang onvoldoende is voor een wijziging van het hoofdverblijf. Bovendien overwoog de rechtbank dat de moeder ook aanspraak kan maken op inkomensafhankelijke combinatiekorting als het kind niet bij haar staat ingeschreven.
Rechtbank kan co-ouderschap vaststellen, wijzigen of beëindigen
Voor co-ouderschap is volgens de rechtbank aldus in elk geval vereist dat de ouders goed overleg kunnen voeren. Is dat niet het geval, dan kan de rechtbank de verdeling in de zorg- en opvoedingstaken wijzigen. Ook kunnen de ouders een eventueel geschil dat betrekking heeft op de gezagsuitoefening ter beoordeling voorleggen aan de rechtbank. De rechtbank kijkt dan naar de wijze waarop de belangen van het kind het meest gediend worden. Als de rechtbank de gelijke verdeling wijzigt, kan dat ertoe leiden dat er geen sprake meer is van co-ouderschap. Hoofdregel is immers dat beide ouders 50/50 de zorg en opvoeding over de kinderen dragen. In deze procedure achtte de rechtbank evenwel voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen van co-ouderschap en wees het verzoek van de ouders toe. Volgens de rechtbank was er namelijk sprake van een goede ouderschapsrelatie, maar enkel een goede afstemming en communicatie tussen beide ouders ontbrak nog. Dit zou naar verwachting op korte termijn verbeteren.
Co-ouderschap: belangen van het kind staan voorop
Bij de beoordeling of een co-ouderschap mogelijk is, vormen de belangen van het kind de belangrijkste overwegingen. Zolang de ouders de zorg- en opvoedingstaken kunnen uitvoeren op een wijze waarmee de belangen van het kind het meest gediend zijn, is een co-ouderschap in beginsel altijd mogelijk. Dit zal mede kunnen blijken uit een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming tijdens de rechtbankprocedure.
Advocaat bij co-ouderschap
Na een scheiding hebben ouders aldus veel ruimte om een co-ouderschapsregeling te treffen. Het is daarbij belangrijk om stil te staan bij de financiële aspecten van een co-ouderschapsregeling. Heeft u een vraag betreffende een co-ouderschapsregeling, neem dan contact op met onze advocaat personen- en familierecht via het contactformulier, dan wel door uw casus voor te leggen per e-mail via [email protected]. advies.