Als een ouder naar het buitenland op vakantie wil met een kind, is soms toestemming nodig van de andere ouder. Dat is in elk geval aan de orde als zij het gezamenlijk gezag uitoefenen over het kind. Weigert die ouder toestemming te verlenen, dan kan de andere ouder een verzoek indienen tot vervangende toestemming bij de rechtbank. In dat geval kan de rechtbank bepalen dat de ouder alsnog toestemming krijgt om bijv. een paspoort voor het kind aan te vragen, en om op vakantie te mogen. Welke factoren spelen daarbij een rol? Dit legt onze advocaat personen- en familierecht uit aan de hand van twee recente uitspraken; in één uitspraak weigerde de rechtbank de vervangende toestemming, in de andere uitspraak werd de toestemming wel verleend.

Uitspraak rechtbank Oost-Brabant

In een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 16 september 2022 ging het om een Nederlandse vader en een Braziliaanse moeder. De moeder verbleef in Nederland op basis van een tijdelijke verblijfsvergunning. Sinds 2019 hadden zij het gezamenlijke gezag over hun kind van 9 jaar. De moeder was al meerdere malen met toestemming van de vader naar Brazilië gegaan met het kind. Echter, omdat de verblijfsvergunning van de moeder in december 2022 zou verlopen, was hij bang dat de moeder op korte termijn Nederland zou verlaten. Toen ze de vader toestemming vroeg om in de kerstvakantie van 2022 met het kind naar Brazilië te reizen, weigerde hij dan ook zijn toestemming.

Moeder: verzoek vervangende toestemming vakantie

Daarop diende de moeder een verzoek in tot vervangende toestemming bij de kort gedingrechter. Dit is een speciale procedure voor spoedgevallen. De rechter neemt dan een voorlopige beslissing en kan alsnog toestemming verlenen voor de vakantie, of deze weigeren. Daarbij kijkt de rechter naar alle omstandigheden en hetgeen de ouders naar voren brengen. In dit geval moest het kind een nieuw paspoort krijgen, maar de vader gaf daarvoor geen toestemming. Daarom moest de moeder de rechtbank verzoeken om vervangende toestemming voor de paspoortaanvraag én voor de vakantie.

Rechtbank: afwijzing verzoek, vrees vader gegrond

Helaas liep dit niet af in het voordeel van de moeder: de rechter weigerde vooralsnog de vervangende toestemming te verlenen. Daarvoor waren meerdere redenen. Kort samengevat waren deze als volgt:

– de moeder had twee woningen in Brazilië;

– zij zou regelmatig grote bedragen naar Brazilië overboeken;

– zij zou niet hebben aangetoond een binding te hebben met Nederland, anders dan met het kind;

– de moeder had zich uitgeschreven op het adres van de vader, zodat de vader het vermoeden had dat ze niet langer meer opteerde voor het Nederlanderschap;

– haar verblijfsvergunning zou aflopen in december 2022 en het was geenszins zeker dat die verblijfsvergunning zou worden omgezet in een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd;

– tot slot had de moeder onvoldoende redenen gesteld waarom het noodzakelijk was om met het kind naar Brazilië te reizen, omdat ze ook zelfstandig op vakantie zou kunnen om familie te bezoeken.

Belangenafweging

Al met al was de rechtbank aldus van oordeel, dat in dit geval het belang van de vader zwaarder woog. De rechtbank gaf de moeder zodoende geen vervangende toestemming voor de vakantie. Wel kan ze tegen de uitspraak nog in hoger beroep. Anders zal ze zelfstandig op vakantie dienen te gaan.

Uitspraak rechtbank Limburg

In een andere uitspraak van de rechtbank Limburg van 28 juli 2022 wees de rechtbank een verzoek tot vervangende toestemming voor vakantie wél toe. In die procedure ging het om een Britse vader en Japanse moeder, die beiden in Nederland woonachtig waren. Ze hadden een zoon van 5 jaar, die aldus de Britse en Japanse nationaliteit had.

Wens om met kind op vakantie te gaan naar Japan

De moeder wilde graag met het kind op vakantie naar Japan over de periode van 6 augustus jl. tot en met 27 augustus. Vooralsnog weigerde de vader toestemming te verlenen om een Japans paspoort aan te vragen voor hun zoon. Daarnaast weigerde hij ook de toestemming voor de vakantie; hij was bang dat de moeder zich met hun zoon zou vestigen in Japan. Al is Japan aangesloten bij het Haags kinderontvoeringsverdrag, gaf hij aan dat Japan er bekend om zou staan dit verdrag niet te respecteren, zodat hij niets zou kunnen doen hun zoon terug te halen naar Nederland. Daarop verzocht de moeder de rechtbank om vervangende toestemming voor de paspoortaanvraag en de vakantie.

Relevante omstandigheden

Vooralsnog wees de rechtbank Limburg het verzoek tot vervangende toestemming voor de vakantie wel toe. De relevante omstandigheden daarbij waren als volgt:

– de moeder zou al jaren de wens hebben om met hun zoon op vakantie te gaan naar Japan, maar heeft desondanks alle adviezen en rechtbankuitspraken keurig opgevolgd;

– de moeder heeft binding met Nederland: zo had zij recent een appartement gekocht en wilde deze graag renoveren en met haar zoon daarin gaan wonen;

– de moeder gaf aan dat Nederlandse scholen hoog staan aangeschreven in Japan en dat hun zoon goed kon aarden in de klassen;

– ze vond het belangrijk dat hun zoon naar een andere basisschool in Nederland zou gaan en had daarvoor ook behoorlijke inspanningen verricht;

– hun zoon had een achterstand in de Nederlandse taalontwikkeling en de moeder deed grote moeite, via logopedie, om dat te verbeteren;

– de moeder had een legitiem belang om familie in Japan te kunnen opzoeken, omdat dit voor hun zoon belangrijk was, mede gezien zijn culturele achtergrond.

Verbondenheid met Nederland belangrijke factor

Aldus wees de rechtbank het verzoek tot vervangende toestemming voor vakantie toe. Uit beide uitspraken blijkt, dat het al dan niet hebben van een binding met Nederland een belangrijk aanknopingspunt vormt om een vervangende toestemming al dan niet te verlenen.

Waarom ons

Gratis kennismakingsgesprek

5000+ zaken behandeld

Flexibel én voordelig

Ook pro-deo

30+ jaar ervaring

Woensdag inloopspreekuur

Door Edward Appelman op 3 oktober 2022 Leestijd: 4 minutes