Als partners of echtelieden uit elkaar gaan, moeten ze afspraken maken met betrekking tot de woning. Meestal zijn er twee opties: of partijen verkopen de woning aan een derde (verdeling), of één van de ex-partners neemt de woning over. Hoe dit zit bij een samenlevingscontract, bespreekt advocaat personen- en familierecht Edward Appelman aan de hand van een recente uitspraak.
Afspraken samenlevingscontract
De feiten in de uitspraak waren als volgt. Partijen hadden een relatie en woonden vanaf april 2017 met elkaar samen. Even later sloten ze een samenlevingscontract, waarin zij een aantal afspraken opnamen. Die afspraken hielden onder meer in: wijze van verdeling in het levensonderhoud, kosten gemeenschappelijke huishouding en hoe de gemeenschappelijke woning zou worden verdeeld bij uit elkaar gaan.
Verbreken relatie
Even later gingen partijen daadwerkelijk uit elkaar en er was een flink aantal onduidelijkheden voor wat betreft de onderlinge verdeling. Ze hadden tijdens hun samenleving o.a. verschillende uitgaven gedaan in het kader van de gemeenschappelijke huishouding en de man had behoorlijk wat investeringen verricht in de woning. De vrouw kon de woning niet overnemen. Ze vorderde daarom dat de man zijn medewerking zou verlenen aan verkoop van de woning aan een derde. Aan de andere kant kon de man wél de woning financieren: hij vorderde dat hij de woning zou overnemen en dat de rechtbank de waarde van de woning zou bepalen op €290.000,-. Er was sprake van enige overwaarde, zodat deze in beginsel tussen hen beiden zou worden verdeeld.
Zitting: onderlinge afspraak
In casu was er sprake van een zogenoemde eenvoudige gemeenschap. Partijen waren beiden eigenaar van de woning (gemeenschappelijk eigendom). De vrouw was in augustus 2019 uit de woning vertrokken. Sindsdien nam de man alle hypothecaire lasten voor zijn rekening. Tijdens de zitting bij de rechtbank waren partijen het vooralsnog erover eens, dat de man de woning zou overnemen. Dit wel tegen een hoger bedrag: ze kwamen overeen om de waarde van de woning vast te stellen op €316.000,-. Omdat het nog niet duidelijk was of de man dit zou kunnen financieren, verbond de rechtbank aan de afspraak de (gebruikelijke) voorwaarde van voorbehoud van financiering. Hij moest er ook zorg voor dragen dat de vrouw voortaan uit haar hoofdelijke aansprakelijkheid als schuldenaar zou worden ontslagen: de bank zou dan niet langer bij haar kunnen aankloppen voor de hypothecaire lening. De rechtbank ging ervan uit, dat de man zijn medewerking aan verkoop zou verlenen mocht blijken dat hij toch de financiering zelf niet rond kon krijgen.
Verrekening van kosten van gemeenschappelijke huishouding
Dan moesten partijen nog een eindafspraak maken m.b.t. de kosten voor de gemeenschappelijke huishouding. Ze hadden in het samenlevingscontract onder meer een afspraak gemaakt, die kort samengevat inhield dat partijen in gelijke verhouding zouden bijdragen in de kosten van de huishouding. Omdat ze niet evenveel verdienden, zou dat aandeel evenredig zijn. Ze hadden tussentijds nooit verrekend; aldus waren ze er niet tussentijds mee bezig geweest wie onderling teveel of te weinig had betaald. Daarom hadden beide partijen bij de rechtbank uitvoerige berekeningen overgelegd, waaruit moest blijken hoe ze hun financiële afspraken moesten regelen. Ze hadden ten tijde van hun samenlevingscontract een gemeenschappelijke rekening voor al hun financiële zaken.
Rechtbank: berekeningen onvoldoende
De man gaf aan dat hij t.t.v. hun samenleving diverse opnames had gedaan van de gemeenschappelijke rekening t.b.v. de gemeenschappelijke huishouding. Dat kon hij aantonen via bankafschriften en (zelf gemaakte) berekeningen. Dit kon hem echter niet baten: de rechtbank achtte zijn berekeningen niet voldoende duidelijk gemaakt. Hij kon niet goed aantonen op welke wijze hij teveel zou hebben bijgedragen in de kosten van de gemeenschappelijke huishouding.
Accountantsberekening
Aan de andere kant had de vrouw wel goed bewijs: ze had een tweetal berekeningen van haar accountant in de procedure ingebracht. Deze berekeningen achtte de rechtbank wel duidelijk, omdat de accountant deze berekeningen had opgesteld aan de hand van alle bankafschriften van de gezamenlijke rekening. Uit de berekeningen bleek, dat de vrouw nog € 5.000,- van de man te vorderen had; dit bedrag was naar rato van haar netto-inkomen t.o.v. de man.
Kosten voor renoveren woning
Tot slot hadden partijen nog een belangrijke verdelingskwestie: ze wilden namelijk de woning laten renoveren. In het samenlevingscontract hadden ze afgesproken dat partijen de kosten hiervoor ook onderling zouden verdelen. Betaalt een partij meer dan de helft, dan zou hij voor het meerdere de ander kunnen aanspreken. Aanvankelijk wilden partijen de woning gedeeltelijk verbouwen, maar gaandeweg was de gehele woning verbouwd. Omdat de vrouw voor een groot deel van het jaar i.v.m. haar sportcarrière in het buitenland verbleef, had de man het grootste aandeel in deze kosten gedragen: uiteindelijk €50.000,-. Uiteindelijk bepaalde de rechtbank dat de vrouw de helft van deze kosten moest dragen.
Afspraken samenlevingscontract
Bij samenwonen is het doorgaans belangrijk om een samenlevingscontract te hebben. In de wet zijn diverse hoofdbepalingen neergelegd die aangegeven hoe kosten onderling moeten worden verdeeld, maar het kan een hoop onenigheid voorkomen. Voor vragen n.a.v. dit blog, neemt u contact op met ons kantoor.