Echtgenoten zijn verplicht om samen de kosten te dragen voor zorg en opvoeding over hun kinderen. Dat is expliciet in de wet bepaald (art. 1:85 jo. 1:88 BW). Maar is een echtgenoot ook aansprakelijk voor deze kosten als de andere echtgenoot – bijvoorbeeld tijdens een echtscheidingsprocedure – een handtekening onder een overeenkomst zet? De hoofdregel luidt: in beginsel wel. Hoe dit zit, bespreekt onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente uitspraak waarin een (ex-)echtgenoot door de rechter werd veroordeeld tot betaling van (achterstallige) kinderopvangkosten.

Overeenkomst inzake kinderopvang

In de zaak ging het om twee ex-echtelieden die op 5 juli 2018 waren gescheiden. Zij hadden samen een dochter van (ten tijde van de echtscheiding) drie jaar oud. Nog voordat de echtscheidingsprocedure door de echtgenote in gang was gezet, had zij een handtekening gezet onder een overeenkomst voor kinderopvangverblijf Kiekeboe. Het kind verbleef daar een tot twee dagen per week. De overeenkomst was door de echtgenote op 9 februari 2017 ondertekend en was dus van kracht vóór de echtscheidingsprocedure in gang was gezet.

Vordering tot nakoming van betaling

Nadat de echtscheidingsprocedure was afgerond, liet de kinderopvang aan de ex-echtgenoot weten dat er nog een factuurbedrag van ruim €6.600,00 openstond. De ex-echtgenote heeft alle openstaande nota’s onbetaald gelaten. De kinderopvang besloot niet de ex-echtgenote, maar de man aan te spreken en vorderde nakoming tot betaling.

Kantonprocedure

In de procedure bij de kantonrechter gaf de man aan dat hij geen weet had van de overeenkomst. Volgens hem was de handtekening onder de overeenkomst bovendien niet van hem. Tot slot was de echtscheiding tussen hem en zijn ex-echtgenote (inmiddels) ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, zodat de kinderopvang had kunnen weten dat niet hij, maar zijn ex-echtgenote aansprakelijk zou zijn voor betaling van de nog openstaande vordering.

Echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk?

Vraag die de kantonrechter moest beantwoorden, was of de kinderopvang nakoming (betaling) van de overeenkomst op zichzelf kon vorderen, dan wel op grond van het feit dat de man en de vrouw waren gehuwd. Op het eerste punt ging de kantonrechter niet in, maar overwoog dat de kinderopvang op zichzelf betaling kon vorderen van de man op grond van art. 1:85 BW. Daarin is bepaald dat de ene echtgenoot naast de handelende echtgenoot voor het geheel aansprakelijk is voor gesloten overeenkomsten in het kader van de gewone huishouding. Dat betekent dat beide echtgenoten als zogenoemd schuldenaar zijn aan te merken.

Kosten van gewone huishouding

Wat valt dan onder het begrip ‘gewone huishouding’? Dat bepaalt de wet in art. 1:84 BW. Onder de kosten van gewone huishouding vallen mede de kosten voor verzorging en opvoeding van kinderen. Dat betekent dat de kosten voor kinderopvang, zoals in dit geval, voor rekening van beide (ex-)echtgenoten komt. De vraag of echtgenoten nog samen leefden ten tijde van de echtscheidingsprocedure, maakt niet uit. Het is in zo’n situatie dus (in beginsel) ook niet van belang of de wederpartij op de hoogte is van de huwelijkssituatie: de wet bepaalt nu eenmaal dat echtgenoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de kosten van zorg en opvoeding over de kinderen.

Onderlinge verdeling hoofdelijk schuldenaren

Het voorgaande leidde ertoe dat de kantonrechter de vordering van de kinderopvang ad. €6.600.00 toewees. Het is aldus van belang om te realiseren dat een handtekening van een echtgenoot onder een overeenkomst t.b.v. de zorg en opvoeding van kinderen, de andere echtgenoot in beginsel niet ontslaat van een eventuele betalingsverplichting.

Waarom ons

Gratis kennismakingsgesprek

5000+ zaken behandeld

Flexibel én voordelig

Ook pro-deo

30+ jaar ervaring

Door Edward Appelman op 28 januari 2020 Leestijd: 3 minutes