Op 29 oktober 2020 wees de rechtbank Oost-Brabant, locatie Den Bosch een verzoek tot volwassenenadoptie toe. Het ging daarbij om een pleegoudergezin waarbij de pleegouders en het (volwassen) pleegkind al vele jaren samen in gezinsverband hadden samengeleefd. Waar lette de rechtbank bij de beoordeling op en wat was van belang voor de uiteindelijke toewijzing? Deze zaak bespreekt advocaat adoptierecht Edward Appelman.
Achtergrondfeiten
Het pleeggezin in de procedure vormde al over een periode van 19 jaar al een hechte familie. De pleegouders hadden een aantal eigen kinderen en de pleegzoon, inmiddels 23 jaar, was als zoon volledig onderdeel van het gezinsverband. De vader van de pleegzoon was niet bekend (stond ook niet als vader op de geboorteakte vermeld) en daarmee was dus ook geen contact. Met de moeder was ook lange tijd geen contact meer, mede omdat de pleegzoon op jonge leeftijd uit huis was geplaatst.
Motivatie adoptie
Het pleeggezin gaf als onderbouwing voor het verzoek aan dat ze eigenlijk eerder hadden willen overgaan tot een adoptie, maar dat dit wegens omstandigheden niet mogelijk was. Vanwege een aantal gebeurtenissen in de privésituatie verschoof de motivatie om een adoptieverzoek in te dienen naar de achtergrond. Wel waren die omstandigheden zo belangrijk, dat ze de pleegouders en de pleegzoon ervan doordrongen raakten dat het belangrijk was om de familiebanden door middel van adoptie te regelen.
Bijzondere omstandigheden
In de procedure werd door de pleegouders onder meer aangevoerd dat er sprake was van een (zeer) lange periode van verzorging en opvoeding. Ze beschouwden de pleegzoon als eigen kind. Er was ook een hechte band met de overige kinderen uit het gezin en de familieleden van de pleegouders. Ook werd als omstandigheid aangevoerd dat ze eerder de adoptie wilden regelen, maar dat dit vanwege voornoemde privégebeurtenissen niet mogelijk was. In zeker opzicht was een adoptie eerder ook niet van groot belang, omdat zij al waren bekleed met de voogdij, maar die liep af toen de pleegzoon meerderjarig werd.
Overwegingen rechtbank
Uiteindelijk wees de rechtbank Oost-Brabant het verzoek toe. De voornaamste overweging was gestoeld op het feit, dat de rechtbank was gebleken dat de pleegzoon een (zeer) slechte band had met zijn biologische moeder. Zij was ook verschenen op de mondelinge behandeling ter zitting. Ondanks dat de moeder het verzoek tegensprak, ging de rechtbank toch aan dit recht van tegenspraak voorbij. De rechtbank merkte als bijzondere omstandigheid aan, dat de pleegzoon een ingrijpend verleden had met de moeder en hij de familieband met de moeder als belastend ervaarde. Hij had groot belang bij enerzijds het tot stand brengen van een familieband met de pleegouders en anderzijds om de familieband met de moeder te verbreken. Dit laatste is, gezien de Nederlandse wet, momenteel alleen mogelijk via adoptie.
Advocaat adoptierecht
In Nederland zijn vele pleeggezinnen. Als u naar aanleiding van deze bijdrage nieuwsgierig bent over de mogelijkheden van een (volwassenen)adoptie, neemt u vrijblijvend contact op met ons kantoor. Advocatenkantoor Appelman staat cliënten met adoptieverzoeken (waaronder stiefouderadoptie) op landelijke basis bij.