Een voorwaarde voor bewindvoering is dat de bewindvoerder goed contact heeft met de onderbewindgestelde. Het komt dan ook vaak voor dat een familielid of kennis wordt benoemd als bewindvoerder. Soms wordt dan minder streng omgegaan met de wettelijke plicht tot het bijhouden van een financiële administratie. Recent had dit tot gevolg dat twee ouders ten gevolge daarvan werden ontslagen als bewindvoerder ten aanzien van hun zoon. Onze advocaat personen- en familierecht bespreekt het arrest van het hof in hoger beroep.

Gronden voor ontslag

Op grond van art. 1:448 lid 2 BW kan de rechtbank een bewindvoerder op een aantal gronden ontslaan. Het gaat dan om ‘gewichtige redenen’, of omdat de bewindvoerder niet meer voldoet aan de wettelijke eisen om bewindvoerder te worden. De rechtbank kan op verzoek van partijen, de bewindvoerder of op eigen initiatief een bewindvoerder ontslaan.

Voorbeelden gewichtige redenen

De ouders in deze procedure werden ontslagen omdat er sprake was van een aantal ‘gewichtige redenen’. Binnen de rechtspraak zijn daarvan talloze voorbeelden bekend. Onder gewichtige redenen valt onder meer: het voeren van een slecht bewind, onbeleefd optreden, nalatigheid van de bewindvoerder waardoor het vermogen van de rechthebbende negatief wordt geraakt, nalatigheid bij het insturen van de rekening en verantwoording. De laatste gronden zijn het niet-informeren van de kantonrechter en het niet-informeren van de onderbewindgestelde.

Rekening en verantwoording

In deze procedure hadden de ouders de kantonrechter niet voldoende geïnformeerd. De rechtbank verzocht de ouders om rekening en verantwoording. Hierop reageerden de ouders niet. Nadien kregen zij nog twee maal een schriftelijke herinnering. Vervolgens ontvingen zij een oproep voor een gesprek met medewerkers van de rechtbank. In de brief stond dat de kantonrechter de ouders zou kunnen ontslaan als zij niet zouden verschijnen. Zij verschenen vervolgens niet, waarop de kantonrechter de ouders als bewindvoerder ontsloeg.

Belangen zoon

In hoger beroep betuigden de ouders in zekere zin ‘spijt’, namelijk dat zij niet de intentie hadden gehad om de belangen van hun zoon te verwaarlozen. Hun zoon had een bijstandsuitkering bij gebreke aan onvermogen om te kunnen werken en had inmiddels ruim de meerderjarige leeftijd bereikt. Gelet daarop en het feit dat de ouders voor het overige al het nodige hadden gedaan om de (financiële) belangen van hun zoon te behartigen, zag het hof aanleiding om de beschikking van de kantonrechter te vernietigen en hun te herstellen in de positie van bewindvoerder. Daarbij was mede van belang dat de ouders hadden beloofd voortaan tijdig rekening en verantwoording af te leggen en was het hof van oordeel dat zij inmiddels doordrongen waren van de noodzaak daarvan.

Vernietiging beschikking

Tot slot twijfelde het hof niet aan de capaciteiten van de ouders om de financiële belangen van hun zoon te behartigen. Zij hadden namelijk inmiddels over de jaren 2017 en 2018 wel rekening en verantwoording afgelegd. Daaruit bleek volgens het hof niet dat deze onjuist zouden zijn. Ook de zoon zelf gaf aan dat hij liever had dat zijn ouders zijn financiën regelde. Gelet daarop herstelde het hof de ouders in hun positie als bewindvoerder.

Waarom ons

Gratis kennismakingsgesprek

5000+ zaken behandeld

Flexibel én voordelig

Ook pro-deo

30+ jaar ervaring

Door Edward Appelman op 24 juni 2019 Leestijd: 2 minutes