Vaak wordt de vraag gesteld: kan ik mijn volwassen stiefkind adopteren? Het antwoord daarop is: ja, dat kan. Er moet dan echter wel sprake zijn van (zeer) bijzondere omstandigheden. Dit komt omdat de Nederlandse wet voorschrijft, dat een adoptie primair een maatregel van kinderbescherming is. Recent was bij de rechtbank Amsterdam sprake van een adoptie waarbij sprake was van (zeer) bijzondere omstandigheden, op grond waarvan de adoptie toch mogelijk bleek. De redenen waarom de rechtbank het verzoek toewees, worden in deze blog besproken.
De feiten
De stiefdochter was destijds geboren binnen de relatie van haar biologische ouders. Al snel bleek echter de situatie tussen hen onhoudbaar. Zo kon de vader last hebben van (ernstige) woedeuitbarstingen en dat had de nodige invloed op de relatie. Ook de stiefdochter was hiervan enkele keren getuige geweest. De ervaringen met de biologische vader waren zo ernstig, dat de stiefdochter daar psychische klachten door opliep. Toen ze ongeveer 11 jaar was, kwam de biologische vader te overlijden.
Moeder krijgt nieuwe relatie met stiefvader
Toen de stiefdochter ongeveer 13 was, kreeg haar moeder een relatie met de stiefvader. Vanaf dag één had hij de intentie om een zorgzame vaderrol op zich te nemen voor de stiefdochter, maar dat bleek lastig. Omdat de stiefdochter te maken had met diverse trauma’s en zij – al dan niet vanwege het vrij plotselinge overlijden van de stiefvader – onder meer een hechtingsstoornis had ontwikkeld, liet zij de stiefvader aanvankelijk niet toe in haar leven. Ze zag wel dat hij goed was voor haar moeder en een bekwame vader was, maar de ervaringen met haar biologische vader stonden de opbouw van een gezonde band in de weg. Ook kreeg ze in de periode na het overlijden van de biologische vader steeds meer last van paniekaanvallen.
Ontwikkelingen in de gezinssituatie
De stiefvader en moeder bleven een relatie houden en kregen samen een kind. Mede daardoor bleef hij ook als stiefvader betrokken in het leven van de stiefdochter. De moeder en stiefvader hadden eens met elkaar gesproken over de wens dat hij de stiefdochter zou adopteren gedurende haar minderjarigheid, maar gelet op de teruggetrokken houding van de stiefdochter achtten zij dit vooralsnog geen goede optie. Ze hadden hun wens voor de adoptie nooit bij de stiefdochter uitgesproken. Het leek hun het beste, dat de stiefdochter uiteindelijk hier zelf mee zou komen. Dan kon zij dit zo mogelijk met de moeder en stiefvader bespreekbaar maken zodra zij daar aan toe was. Maar toen was wel nodig dat de stiefdochter de stiefvader in haar leven zou laten.
Klachten blijven aanwezig
Partijen wisten dat een adoptie eigenlijk alleen kan als het kind minderjarig is. Omdat de omstandigheden een adoptie vóór de 18e verjaardag niet toelieten, kozen de moeder en stiefvader er zodoende voor om zich in de situatie te berusten. Enkele jaren later bleek echter dat de stiefdochter last bleef houden van psychische klachten. De eerder door haar ervaren paniekaanvallen werden met de jaren minder sterk, maar kwamen sinds kort toch steeds hevige terug. In gesprek met de psycholoog, kwam de stiefdochter tot de conclusie dat het in haar belang zou zijn om haar stiefvader daadwerkelijk te erkennen als stiefvader. Maar omdat ze toen al meerderjarig was, was een adoptie niet langer mogelijk.
Verzoek tot adoptie
Partijen deden daarom toch een verzoek tot adoptie bij de rechtbank. De stiefdochter was ten tijde van dat verzoek 25 jaar en dus ruim meerderjarig. De psycholoog had in een verklaring onder meer bevestigt dat zij het in het belang van de stiefdochter achtte, als zij zou worden geadopteerd door haar stiefvader (lees: dat de vader-dochterband zou worden erkend). Dit had – zo erkende de stiefdochter ook – waarschijnlijk tot gevolg dat ze de huidige psychische klachten beter een plek zou kunnen geven. Ze had dan immers de ‘zekerheid’ dat de stiefvader in haar leven betrokken zou blijven als vaderfiguur, gelet op de wettelijke erkenning. Ze hoopte ook dat de door haar ervaren paniekaanvallen in ernst zouden afnemen.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelde dat in dit geval sprake was van (zeer) bijzondere omstandigheden en wees het verzoek toe. Aan alle voorwaarden voor adoptie was voldaan, zodoende hoeft de rechtbank alleen nog te toetsen of voorbij kon worden gegaan aan het minderjarigheidsvereiste. Dat was het geval: de rechtbank vond onder meer dat de stiefdochter een (zeer) zwaarwegend belang had bij de adoptie, gelet op de psychische klachten. Ook vond de rechtbank voldoende aangetoond dat partijen redelijkerwijs geen adoptie konden indienen vóór de 18e verjaardag van de stiefdochter. De stiefdochter hield de stiefvader namelijk lang op afstand gezien haar traumatische ervaringen. Tot slot vond de rechtbank het belangrijk dat de stiefdochter ook wettelijk onderdeel zou worden van het gezin. Dat zou – zo vond de rechtbank – zeer waarschijnlijk een groot positief effect hebben op haar dagelijks maatschappelijk functioneren.
Family life bevestigd
Aldus kon de stiefdochter op 25-jarige leeftijd alsnog worden geadopteerd door haar stiefvader. Dit bracht partijen uiteraard groot geluk. Voor de stiefdochter vormde dat enerzijds een erkenning van de vader-dochterband en anderzijds kon ze een ingrijpend hoofdstuk in haar leven ‘afsluiten’.
Advocaat adoptierecht bij (volwassenen)adopties
Ons kantoor is bij uitstek gespecialiseerd in volwassenenadopties. Benieuwd naar de mogelijkheden? U kunt uw casus – bij voorkeur per e-mail – aan ons voorleggen, waarna vrijblijvend advies ontvangt over de mogelijkheden. Benieuwd naar meer vergelijkbare zaken? U leest ze op de pagina over voorbeelduitspraken volwassenenadopties.