Uitspraak rechtbank Noord-Holland d.d. 9 november 2022

Op 9 november 2022 deed de rechtbank Noord-Holland in een zaak omtrent de vernietiging van een erkenning van een minderjarig kind. Het verzoek tot vernietiging van de erkenning werd ingediend door de meerderjarige dochter zelf, die ten tijde van het verzoek inmiddels 20 jaar was.  De reden voor het verzoek was dat de man die haar had erkend, niet haar biologische vader bleek te zijn.

Belangen

De zaak draaide mede om de biologische vader van het meerderjarige kind, die inmiddels een sterke band met haar had opgebouwd. De moeder van het kind en de biologische vader steunen het verzoek van de dochter om de erkenning te laten vernietigen.

Overwegingen rechtbank

De rechtbank heeft het verzoek van de dochter toegewezen omdat alle betrokken partijen ermee instemden en toewijzing in het belang van de dochter werd geacht. Na vernietiging van de erkenning wordt de juridische situatie weer zoals vóór de erkenning. De dochter heeft dan – zolang zij niet opnieuw erkend zou worden, maar dan door haar biologische vader – juridisch alleen een moeder en zou enkel haar achternaam dragen. Doordat de man niet langer de juridische vader zal zijn van het kind, ontstaat evenwel de mogelijkheid om juridisch het vaderschap van de biologische vader tot stand te brengen.

Belang uitspraak

De uitspraak van de rechtbank is interessant omdat het laat zien hoe de belangen van de betrokken partijen afgewogen worden. In deze zaak heeft de rechtbank geoordeeld dat het belang van de dochter om haar biologische afkomst te laten erkennen zwaarder weegt dan het belang van de man die haar heeft erkend. Dit omdat het in het belang van de dochter is om een emotionele en juridische band te hebben met haar biologische vader.

De uitspraak is ook van belang omdat het laat zien hoe de wetgeving in Nederland is ingericht om de rechten van het kind te beschermen. In Nederland heeft een kind het recht om te weten wie zijn of haar biologische ouders zijn. Door de erkenning te vernietigen wordt de biologische band tussen vader en dochter erkend en beschermd.

De zaak laat ook zien hoe belangrijk het is om een goede afweging te maken tussen de belangen van de betrokken partijen. In dit geval heeft de rechtbank geoordeeld dat het belang van de dochter om haar biologische afkomst te laten erkennen zwaarder weegt dan het belang van de man die haar heeft erkend. De belangen van de betrokken partijen kunnen sterk uiteenlopen. In dit geval achtte de rechtbank zelfs voldoende aanleiding om de zaak schriftelijk af te doen, aldus zonder mondelinge behandeling ter zitting.

Tot slot laat deze zaak zien dat het belangrijk is om open en eerlijk te zijn over biologische afstamming. Het is voor kinderen van groot belang om te weten wie hun biologische ouders zijn en om hiermee een emotionele en juridische band op te bouwen. Dit kan voorkomen worden door open en eerlijk te zijn over biologische afstamming en door de wetgeving in Nederland die de rechten van het kind beschermt.