Door Edward Appelman op 9 augustus 2019 Leestijd: 3 minutes
De wet biedt grofweg twee mogelijkheden om het gezamenlijk gezag aan te vragen. Krijgen de ouders een kind en is er geen sprake van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan kan de vader het gezag aanvragen via het gezagsregister. De moeder moet daarvoor toestemming geven. Hebben de ouders wel een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan hebben zij van rechtswege het ouderlijk gezag over het kind. Dit geldt ook voor kinderen die zijn geboren vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap.
Aantekening gezagsregister
Als de moeder in voornoemde situatie geen toestemming geeft voor het aanvragen van het gezag, dan is een aantekening in het gezagsregister niet mogelijk. De vader moet in dat geval via een
advocaat een
verzoekschrift indienen bij de rechtbank waarin hij verzoekt om het
gezamenlijk gezag te verkrijgen. Omdat hij niet automatisch door huwelijk of geregistreerd partnerschap juridisch ouder is geworden, moet hij het
kind wel eerst erkennen. Heeft dit plaatsgevonden, dan komt het verzoek vaak op zitting en zal de Raad voor de Kinderbescherming onderzoek doen. De reden daarvoor is dat de rechtbank vaak pas naar aanleiding van het onderzoeksrapport een beoordeling kan maken om het verzoek al dan niet toe te wijzen.
Aanvraag gezamenlijk gezag via de rechtbank
Totdat de rechtbank op het verzoek heeft beslist (of het verzoek afwijst), heeft de moeder
eenhoofdig gezag. Het wettelijke uitgangspunt – en de heersende opvatting in de jurisprudentie – is dat de ouders samen het gezag moeten hebben. De reden hiervoor is dat het (vaak) in het belang van de ontwikkeling van het kind is dat beide ouders de zorg- en opvoedingstaken kunnen dragen. Enkel als (zwaarwegende) belangen zich verzetten tegen gezamenlijk gezag, zal de rechtbank het verzoek van de vader afwijzen. Zie voor het begrip waaraan de rechtbank toetst de definitie van het
klemcriterium en voor een blog die nader omschrijft wat dit inhoudt de blog over het
klemcriterium.
Gezag en omgangsregeling
Het wel of niet hebben van gezamenlijk gezag staat geheel los van een eventuele
omgangsregeling. Vaak nemen de ouders (als zij uit elkaar gaan) in het
ouderschapsplan op hoe de ouders de zorg- en opvoedingstaken zullen verdelen. Dat kan eventueel met behulp van een advocaat of mediator. Het is ook mogelijk dat de ouders het ouderschapsplan laten opnemen in een gerechtelijke
beschikking. Het voordeel hiervan is, is dat het eenvoudig afdwingbaar wordt. Meestal nemen de ouders dan op hoe de omgangsregeling er concreet uitziet (na een echtscheiding of ontbinding geregistreerd partnerschap heet dit een zorgregeling).
Afstand doen van gezag is niet mogelijk
Al kunnen ouders afspraken maken over een omgangsregeling, is het niet mogelijk om (onderling) afstand te doen van het gezag. Zij kunnen dus niet afspreken dat na het verbreken van de relatie voortaan één van hen het
eenhoofdig gezag zal dragen. Alleen de rechtbank kan dit op verzoek van (een van) de ouders
wijzigen. Een van de redenen daarvoor is dat het gezagsregister aangeeft hoe het gezag is verdeeld en een wijziging enkel plaatsvindt door middel van een gerechtelijke beschikking.
Gezamenlijk gezag stiefouder
Tot slot is belangrijk dat ook een
stiefouder gezamenlijk gezag kan aanvragen. Dat moet via een advocaat en gaat via dezelfde procedure als hiervoor beschreven. Een motief kan zijn dat de andere biologische ouder vrijwel geen rol van betekenis speelt in het leven van het kind. Wijst de rechtbank het verzoek van de stiefouder toe, dan kunnen de stiefouder en de partner ervoor kiezen dat het kind voortaan de geslachtsnaam van de stiefouder verkrijgt. Onder voorwaarden is een
stiefouderadoptie ook mogelijk.