Door Edward Appelman op 20 december 2018 Leestijd: 4 minutes
Ouders of ex-partners met kinderen voeren doorgaans gezamenlijk het ouderlijk gezag uit: dat is ook de hoofdregel uit de wet. Willen de ouders het gezamenlijk gezag (na verloop van tijd) wijzigen in eenhoofdig gezag of andersom, dan kan dat via de rechtbank. Wat daarvoor de voorwaarden zijn, bespreekt onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente uitspraak. Ook bespreekt onze advocaat de eventuele gevolgen voor de alimentatieplicht.
Wettelijke voorwaarden voor wijziging gezamenlijk gezag
Wanneer de rechtbank het gezag kan wijzigen, is onder meer bepaald in art. 1:253n Burgerlijk Wetboek. Kort gezegd toetst de rechtbank aan het zogenoemde
klemcriterium, dat inhoudt dat ouders het gezag gezamenlijk uitoefenen, tenzij:
- er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
2. wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
Niet-nakomen omgangsregeling voldoende voor beëindiging gezag?
Ter illustratie volgt een praktijkvoorbeeld. In de hier te bespreken recente procedure ging het om twee ex-echtgenoten die met het
gezamenlijk gezag over hun kinderen waren bekleed. De kinderen waren 7 en 11 jaar oud. In de procedure bij de rechtbank besliste de rechter dat de moeder voortaan alleen het
ouderlijk gezag zou uitoefenen. De reden hiervoor was dat de vader de bestaande
omgangsregeling vaak niet nakwam, wat met name voor de kinderen bezwaarlijk was. Gelet daarop achtte de rechtbank het in het belang van de kinderen dat moeder voortaan het gezag alleen zou uitoefenen.
Hoger beroep: gezamenlijk gezag is in belang van kinderen
De vader ging tegen deze uitspraak in
hoger beroep. Bij het Hof gaf hij aan dat het in het belang van de kinderen was dat hij en de moeder het gezamenlijk gezag zouden blijven uitoefenen. De omgangsregeling kwam hij inderdaad niet altijd na, maar dit kwam omdat de moeder volgens hem persistent weigerde met hem te communiceren. Hijzelf daarentegen gaf aan dat hij bereid met de moeder goede afspraken te maken over de zorg- en opvoedingstaken.
Raad voor de Kinderbescherming
Zoals doorgaans gebruikelijk bij kinderzaken, had de Raad voor de Kinderbescherming in deze procedure in eerste aanleg een onderzoek uitgevoerd. Op basis van haar onderzoeksresultaten concludeerde zij dat het gezamenlijk gezag van de ouders in stand diende te blijven. Dit was namelijk in het belang van de kinderen en er was geen enkele aanleiding om het gezag van de ouders te wijzigen. Toch sloot de rechtbank zich hier niet bij aan en zag zij onvoldoende aanleiding om het gezag in stand te laten. Op basis daarvan bekleedde zij de moeder – op haar verzoek – alsnog met het eenhoofdig gezag.
Rapportage Raad voor de Kinderbescherming
In de hoger beroepsprocedure deed de RvdK een nieuw onderzoek en concludeerde dat het eenhoofdig gezag van de moeder in stand diende te blijven. De reden hiervoor was dat er in eerste instantie veel onrust was tussen de ouders en de kinderen en dat na de rechtbankuitspraak er veel rust was gekomen. Daarom oordeelde de Rvdk dat het in het belang van de kinderen was dat het eenhoofdig gezag van de moeder in stand zou blijven.
Voorwaarden voor uitoefening gezamenlijk gezag
Opmerkelijk was dat het hof ook hier echter een andere mening over had en niet aan de wettelijke vereisten voor wijziging van het ouderlijk gezag was voldaan. Een van de vereisten was namelijk dat de ouders op een goede wijze beslissingen kunnen nemen over de zorg en opvoeding van de kinderen. De wijze van besluitvorming mag niet belastend zijn voor het kind (
klemcriterium). Als ouders bijvoorbeeld niet meer samenwonen, zal doorgaans één ouder de belangrijkste beslissingen nemen. De andere (niet-verzorgende) ouder mag de beslissingen van deze ouder dan niet blokkeren. Dat betekent bijvoorbeeld dat ruzie tussen ouders op zichzelf niet voldoende is voor een ontzetting uit het
ouderlijk gezag, als de ouders maar het kind daarbuiten laten.
Communicatie ouders: zorgregeling is van belang, maar niet leidend
Voldoen de ouders aan deze voorwaarden, dan mogen zij het gezag gezamenlijk uitoefenen, tenzij een wijziging alsnog in het belang van het kind noodzakelijk moet worden geacht. Wanneer dit zich voordoet, verschilt van geval tot geval. In deze procedure concludeerde het hof dat de communicatie tussen de beide ouders weer beter was: voor zover er sprake was van een slechte communicatie, had die enkel betrekking op de lopende zorgregeling. Die verliep – mede vanwege de door de rechtbank gekoppelde dwangsommen – goed. Het hof vernietigde de beschikking van de rechtbank en bekleedde beide ouders weer met het gezamenlijk gezag.
Advocaat bij (gezamenlijk) gezag ouders
Zoals uit de in deze blog besproken procedure blijkt, is een adviesrapport van de RvdK niet leidend. Het enkele feit dat een zorgregeling op zich niet goed verloopt, is daartoe ook onvoldoende. Heeft u een vraag betreffende gezag, neem dan contact op met onze advocaat personen- en familierecht. In het verlengde daarvan geeft onze advocaat ook informatie over een (bestaande) omgangsregeling,
ouderschapsplan of
co-ouderschap.
Alimentatie bij eenhoofdig gezag
Als de ouders niet meer bij elkaar zijn, dan neemt doorgaans één van de ouders het merendeel van de zorg en opvoedingstaken van de kinderen op zich. In dat geval moet de niet-verzorgende ouder kinderalimentatie betalen aan de verzorgende ouder. De hoogte hiervan is afhankelijk van de draagkracht en de behoefte. Ongeacht de gezagssituatie blijft deze alimentatieverplichting bestaan: het verkrijgen van eenhoofdig gezag heeft dus geen invloed op de alimentatieplicht. Wel is het zo dat de alimentatie kan komen te vervallen als de alimentatieplichtige ouder onvoldoende draagkracht heeft.
Tot slot geldt de alimentatieplicht ook als er geen sprake is van omgang tussen de vader en het kind. Is er geen omgangsregeling, dan kan de vader eventueel onderling met de moeder hierover afspraken maken. Eventueel kan de vader, als voldaan is aan de voorwaarden, via de rechtbank een omgangsregeling laten vaststellen.
Redenen voor eenhoofdig gezag
Een ouder kan om een aantal redenen de wens hebben om het eenhoofdig gezag te verkrijgen. Een van de belangrijkste aspecten is om het (eventueel) makkelijker te maken om beslissingen te nemen of de zorg en opvoeding van de kinderen. Het recht en de plicht van de niet-gezaghebbende ouder daartoe komt namelijk te vervallen.
Zoals gezegd staat het al dan niet hebben van ouderlijk gezag los van de vraag of een ouder alimentatieplichtig is. Dat betekent dat bijvoorbeeld de moeder die het eenhoofdig gezag over de kinderen draagt, aanspraak kan maken op alimentatie jegens de vader. Gelet hierop zal het aanvragen van eenhoofdig gezag met name wenselijk zijn als de belangen van de kinderen hierom vragen.
Kans op eenhoofdig gezag
Voor een beoordeling van de kans op toewijzing van een verzoek tot eenhoofdig gezag kijkt de rechtbank naar verschillende aspecten. Daarop wordt ingegaan in de blog
beoordelingskaders voor toewijzing van eenhoofdig gezag. Voor informatie over de
kosten omtrent eenhoofdige gezag leest u meer in bijgaande blog.