Het ouderlijk gezag omvat het recht en de plicht van een ouder om een kind te verzorgen en op te voeden. In de dagelijkse praktijk uit zich dat onder meer in het maken van (belangrijke) beslissingen over het kind, zoals schoolkeuze, van welke sportclub het kind lid wordt en beslissingen over medische behandelingen. Ook een stiefouder kan ouderlijk gezag verkrijgen. In dit artikel wordt gesproken over 'ouder', al is het merendeel ook van toepassing als het gaat om een stiefouder.
Op deze pagina:
Aanvragen ouderlijk gezag
Bij de geboorte van een kind heeft de moeder automatisch het ouderlijk gezag. Is het kind geboren binnen een huwelijk of een geregistreerd partnerschap van de ouders, dan hebben zij altijd het
gezamenlijk gezag. De rechtbank kan dat gezag eventueel wijzigen als ouders gaan scheiden. Is er geen sprake van een huwelijk of geregistreerd partnerschap, dan heeft de moeder automatisch enkel het
eenhoofdig gezag.
Wil de vader ook het gezag? Dan kan hij met de moeder (kosteloos) een aantekening laten maken in het
gezagsregister. Als er geen sprake is van een geboorte binnen een huwelijk of geregistreerd partnerschap, moet de vader het kind wel eerst hebben erkend. Daarnaast moet de moeder toestemming geven voor de aantekening. Geeft zij die niet, dan kan de vader onder voorwaarden bij de rechtbank het gezag aanvragen. Een advocaat is daarbij verplicht.
Wereldwijd is het ouderlijk gezag per land vaak verschillend geregeld. Binnen de Europese Unie zijn er verschillende verdragen van kracht (bijv. wanneer is welke rechter bevoegd en welk recht is van toepassing). In bijvoorbeeld België verkrijgen de ouders het gezamenlijk gezag als zij samen het kind een huishouding hebben gevoerd. Als het bijvoorbeeld dan gaat om een Nederlandse moeder en Belgische vader, dan zal de vader ook naar Nederlands recht het gezag hebben, omdat dat gezag in Nederland op basis van verschillende verdragen automatisch erkend wordt. Buiten de Europese Unie zijn de afspraken tussen landen verschillend, zodat het bijvoorbeeld kan zijn dat een gezagsbeslissing in een bepaald land niet in Nederland wordt erkend of andersom (omdat er bijvoorbeeld geen verdrag is tussen deze landen).
Resumerend: in Nederland oefent de moeder vaak alleen het gezag uit, maar de vader kan in elk geval via de rechtbank het gezamenlijk gezag aanvragen (en heeft daar meestal ook recht op).
Ouderlijk gezag na ontbinding huwelijk of geregistreerd partnerschap
Is het kind geboren binnen het huwelijk of geregistreerd partnerschap en gaan de ouders uit elkaar, dan blijven zij beiden het gezag over het kind uitoefenen. Dat is ook de vaste lijn in de rechtspraak: het idee hierachter is dat beide ouders zoveel als mogelijk hun aandeel moeten kunnen dragen qua beslissingen.
Dit is alleen anders als, gelet op de belangen van het kind, de rechtbank oordeelt dat het beter is dat voortaan één van de ouders het ouderlijk gezag zal uitoefenen. Bijvoorbeeld omdat een ouder het gezag misbruikt, of omdat deze geen enkele betrokkenheid toont in het leven van de kinderen, of omdat constructief overleg tussen de ouders niet mogelijk blijkt. Bij een dergelijk verzoek toetst de rechtbank aan het
klemcriterium. Kort gezegd komt dat erop neer, dat het gezamenlijk gezag alleen in stand blijft als het kind daardoor niet 'klem of verloren' raakt tussen de ouders, bijvoorbeeld wegens een loyaliteitsconflict. De leeftijd(sfase) van de kinderen kan een rol spelen.
Gezamenlijk gezag met stiefouder
Gaan de ouders uit elkaar (al dan niet met gezamenlijk gezag), dan komt het dikwijls voor dat de desbetreffende ouder een nieuwe partner krijgt (ook wel:
stiefouder). Deze nieuwe partner (meestal: de stiefvader) kan enkel het gezamenlijk gezag krijgen door dat aan te vragen bij de rechtbank. Voornoemde aantekening in het gezagsregister kan niet, het kan alleen via een advocaat.
De specifieke
voorwaarden voor het aanvragen van deze variant van het gezamenlijk gezag, zijn afhankelijk van de specifieke situatie. Als er al sprake was van gezamenlijk gezag tussen de (biologische) ouders, zal de ene ouder (meestal: de moeder) eerst een verzoek tot eenhoofdig gezag moeten indienen. Aansluitend kan zij en de nieuwe partner (de stiefvader) na drie jaar een verzoek tot gezamenlijk gezag indienen. Ook dat moet via een advocaat.
Geschil omtrent ouderlijk gezag en vervangende toestemming
Het komt wel eens voor dat ouders onenigheid hebben over het gezag en de beslissingen over het kind. Kunnen ze dit niet onderling oplossen (al dan niet via een advocaat of mediator), dan kunnen zij het geschil ter
beoordeling voorleggen aan de rechtbank. Dat heet ook wel een
vervangende toestemming. Het komt bijvoorbeeld wel eens voor dat een ouder toestemming moet verlenen voor de aanvraag van een paspoort; geeft de ouder die toestemming niet, dan kan de andere ouder vervangende toestemming vragen aan de rechtbank. In zo'n geval neemt de rechtbank een beslissing die zij meest in het belang van het kind acht. Vooral met reizen is het natuurlijk prettig als een
vakantie met de kinderen gewoon doorgang kan vinden. De ouder moet die toestemming door middel van een
formulier kunnen aantonen.
Hebben de ouders communicatieproblemen, dan kunnen bepaalde instanties zoals bijvoorbeeld Ouderschap Blijft een eventuele rol spelen. Ook is uiteraard bijstand van een mediator mogelijk. Het gezag hangt vaak samen met het al dan niet bestaan van een omgangsregeling. Loopt de omgangsregeling goed, dan kan dat een goede indicatie zijn dat het uitoefenen van gezamenlijk gezag tot de mogelijkheden behoort. Het is in principe niet van belang of een ouder al dan niet bezwaar heeft tegen gezamenlijk gezag: primair staan de belangen van het kind voorop.
Het wijzigen van ouderlijk gezag
Het is principe te allen tijde mogelijk om ouderlijk gezag te wijzigen. Bijvoorbeeld van eenhoofdig gezag naar gezamenlijk gezag of andersom. Om met het laatste te beginnen: komt het bijv. structureel voor dat een ouder gezagsbeslissingen frustreert, dan kan de andere ouder er op een bepaald moment voor kiezen om het ouderlijk gezag te wijzigen in eenhoofdig gezag. Het kan immers niet zo zijn dat het een ouder (onevenredig) moeilijk wordt gemaakt om belangrijke beslissingen te nemen over het kind.
Uitgangspunt is dat beide ouders gezamenlijk het gezag kunnen en moeten uitoefenen. Vaak gaat dit ook goed, maar als de communicatie tussen de ouders op een bepaald niet meer goed verloopt, dan kan het zijn dat een wijziging van het gezag wenselijk wordt. Zowel voorafgaand, als tijdens de rechtbankprocedure is wel van belang dat ouders kijken in hoeverre ze nog kunnen werken aan een oplossing. Zoals hiervoor genoemd kunnen instanties zoals onder andere Ouderschap Blijft een rol spelen.
Komt het daadwerkelijk tot een verzoek tot wijziging van het gezag (aldus: van gezamenlijk gezag naar eenhoofdig gezag of andersom)? Dan kijkt de rechtbank vooral naar de vraag op welke wijze het belang van het kind het beste gediend wordt. Ook de rechtbank zal wel aansturen op een onderling oplossing tussen beide ouders (en eventueel mediation voorstellen), maar op verzoek zal de rechtbank wel een uitspraak doen.
De
praktijkvoorbeelden van wijziging ouderlijk gezag zijn talrijk. Een ouder kan een verzoek om met het gezamenlijk gezag te worden bekleed combineren met een verzoek tot
achternaamswijziging.
Ontheffing of ontzetting uit het ouderlijk gezag
Ouders die het ouderlijk gezag niet op de juiste wijze uitoefenen, kunnen dit (hetzij in meer ingrijpende gevallen) kwijtraken. In dat geval volgt, op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming, een
ontzetting of ontheffing uit het ouderlijk gezag. Daar gaat dan in principe altijd een raadsonderzoek aan vooraf, zodat uit het raadsrapport duidelijk blijkt wat de eventuele zorgpunten van de Raad zijn. Ook de Raad zal eventueel, voor zover mogelijk, wel suggesties doen om ervoor te zorgen dat de ouders nog actie kunnen ondernemen om voornoemde zorgpunten weg te nemen. In de regel zal de rechtbank pas het gezag van een ouder beëindigen als het kind (ernstig) in gevaar dreigt te komen er ook niet op korte termijn in de toekomst een verbetering valt te verwachten. Een voorbeeld hiervan is als sprake van alcohol- en/of drugsmisbruik, maar ook gedacht kan worden aan psychische problemen of andere zaken die ervoor zorgen dat de ouders hun gezag niet (meer) goed kunnen uitoefenen.
Advocaat familierecht
Ouderlijk gezag is, wanneer de ouders uit elkaar zijn, sterk verbonden met het bestaan van een
omgangsregeling. Het slecht verlopen van een
omgangsregeling is op zichzelf onvoldoende om het het gezamenlijk gezag te beëindigen dan wel wijzigen. Ouders hebben er belang bij dat het kind zich goed en leeftijdsadequaat kan ontwikkelen en daarom is in alle omstandigheden goed overleg geboden. Onze
advocaat personen- en familierecht staat u graag terzijde met nader advies op alle gebieden binnen het kader van ouderlijk gezag. Onderwerpen waar onze advocaat u in terzijde kan staan:
- aanvraag gezamenlijk gezag;
- vervangende toestemming bij ouderlijk gezag;
- wijziging van ouderlijk gezag naar eenhoofdig gezag;
- ouderschapsplan.
Uw advocaten op dit gebied
J. (Johan) de Haan
F.R. (Franky) Menso
P.P.J.L. (Peter) Appelman
mr. P.P.J.L (Peter) Appelman
Geboren in 1956 en vader van drie zonen. Oprichter van het kantoor en sinds 1985 advocaat te Alkmaar.
Mijn aandachtsgebieden als advocaat zijn arbeidsrecht, sociaal zekerheidsrecht en personen- en familierecht.
Mijn hobby is atletiek. Momenteel ben ik actief als looptrainer bij atletiekvereniging Trias in Heiloo. Ik loop jaarlijks nog de kwart marathon van Egmond. In mijn jongere jaren was ik een begenadigd middenafstandsloper met o.a. een Nederlands kampioenschap.
mr. J. (Johan) de Haan
Geboren in 1961, getrouwd en vader van drie kinderen. Advocaat te Alkmaar sinds 1994.
Ik voer een algemene praktijk met een nadruk op huurrecht, arbeidsrecht en incassozaken. Zowel voor particulieren en MKB. Ik hecht een groot belang aan een persoonlijke service (uw zaak is niet slechts een dossiernummer) en snel en doortastend handelen met een gedegen kennis van zaken.
In mijn vrije tijd sport ik graag. Met name roeien en skeeleren met de kinderen.
mr. F.R. (Franky) Menso
Geboren in 1965, samenwonend en vader van twee kinderen. Advocaat te Alkmaar sinds 1992.
Ik voer een algemene praktijk met een nadruk op personen- en familierecht, strafrecht, psychiatrisch patiëntenrecht (BOPZ) en arbeidsrecht. Zowel voor particulieren en MKB. Het gaat mij niet alleen om het dossier maar ook om de mens erachter.
In mijn vrije tijd doe ik aan hardlopen en muziek. Daarnaast ben ik een groot liefhebber van klassieke auto's en films van voor 1980.