Door Edward Appelman op 18 september 2018 Leestijd: 2 minutes
Een verzoek om een voorlopig getuigenverhoor is met name van belang als het bewijs in een procedure niet rond is of een partij niet volledig bekend is met de feiten. Een partij meent bijvoorbeeld dat een andere partij aansprakelijk is voor de door haar geleden schade, maar kan dit alleen aantonen als (extra) bewijsmateriaal in de vorm van een getuigenverklaring in de procedure wordt ingebracht. Wanneer dient een rechter een verzoek van een partij om een voorlopig getuigenverhoor toe te staan? Onze advocaat procesrecht legt het uit.
Voorlopig getuigenverhoor of voorlopig deskundigenverhoor?
Op grond van art. 186 en art. 202 Rv kan een partij de rechter verzoeken om een voorlopig getuigenverhoor dan wel een voorlopig deskundigenbericht/voorlopig deskundigenverhoor. Een rechter dient in beginsel een verzoek tot voorlopig getuigenverhoor te gelasten, als het verzoek ter zake doet en voldoende concreet is. Daarnaast moet in het verzoekschrift worden onderbouwd dat het voorlopig getuigenverhoor betrekking heeft op feiten die met dit verhoor kunnen worden bewezen.Misbruik van recht?
Een verzoek tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor kan door de rechter worden afgewezen als de verzoekende partij geen belang bij het verhoor heeft. In dat geval is er sprake van misbruik van bevoegdheid (art. 3:13 BW). Hiervan is sprake in de volgende gevallen:- als het belang van de verzoeker bij het gelasten van een voorlopig getuigenverhoor ten opzichte van het belang van de wederpartij onevenredig is;
- als toelating van het verzoek om voorlopig getuigenverhoor in strijd zou zijn met een goede procesorde;
- als de rechter op basis van een andere (zwaarwichtige) grond van oordeel is dat het verzoek om een voorlopig getuigenverhoor dient te worden afgewezen.