Door Edward Appelman op 5 maart 2019 Leestijd: 3 minutes
Als ouders uit elkaar gaan, kan het gezamenlijk gezag op een aantal manieren door de rechtbank worden beëindigd. De meest voorkomende grond is dat een van de ouders de rechtbank verzoekt om met het eenhoofdig gezag te worden bekleed. De uitoefening van het ouderlijk gezag staat los van een omgangsregeling. Dat betekent dat als er sprake is van een goede omgangsregeling, de rechtbank desondanks kan besluiten dat een van de ouders het ouderlijk gezag voortaan alleen uitoefent. Wanneer de rechtbank dat besluit, illustreert onze advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente uitspraak.
Hoofdregel: gezamenlijk gezag
De hoofdregel uit de wet is dat ouder het gezag gezamenlijk uitoefenen. Dat geldt ook bij de ontbinding van een huwelijk of
geregistreerd partnerschap. Het is immers vaak in het belang van de kinderen dat de ouders gezamenlijk belangrijke beslissingen maken. Als ouders een huwelijk of geregistreerd partnerschap beëindigen, spreekt de rechtbank de
ontbinding uit. Dat heet een beschikking. De rechtbank kan dan bepalen dat een van de ouders het gezag voortaan alleen uitoefent.
Adequate omgangsregeling
In de hier te bespreken procedure is er sprake van een goede omgangsregeling tussen de ouders. Er was geen sprake van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Toen de ouders uit elkaar gingen, kwamen zij een
co-ouderschap overeen. Zij spraken af dat de kinderen drie dagen in de week bij de vader zou blijven, drie dagen in de week bij de moeder en de zevende dag gold als wisseldag. Dat ging lange tijd goed. Partijen starten echter op een bepaald moment een
kort geding en verzochten de rechtbank om de co-ouderschap te schorsen. Die schorsing zou stand houden totdat de rechtbank een definitieve beslissing zou hebben genomen op het verzoek tot
wijziging van het
ouderlijk gezag.
Schorsing co-ouderschap
De vader werd zowel door de rechtbank als het hof in het gelijk gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming was van oordeel dat beter was dat de vader voortaan het gezag alleen zou uitoefenen. De moeder was het met die uitspraak niet eens. Zij vond dat zij hierdoor buitenspel werd gezet en dat zij niet kon meebeslissen over belangrijke zaken. Daardoor had zij twee keer nadeel. Ten eerste omdat de bestaande co-ouderschap door de rechtbank werd geschorst. Daarnaast omdat zij aldus uit de ouderlijke macht werd gezet, terwijl daar geen concrete aanleiding voor was.
Onmogelijkheid om gezamenlijke beslissing te nemen?
Zowel de rechtbank als het hof zagen dit echter anders. Dat komt omdat er volgens de rechtbank weliswaar sprake was van een goede
omgangsregeling, maar de ouders waren niet in staat om gezamenlijk belangrijke beslissingen te nemen over de kinderen. Aldus achtte het hof het in het belang van de kinderen dat de vader voortaan alleen het gezag zou uitoefenen.
Advocaat personen- en familierecht
Een wijziging van het ouderlijk gezag heeft altijd een tijdelijk karakter. Dat betekent dat na verloop van tijd de ouders de rechtbank kunnen verzoeken om weer met het
gezamenlijk gezag te worden bekleed. Vaak is er sprake van bepaalde problematiek waardoor de ouders niet gezamenlijk het gezag kunnen uitoefenen. Heeft u vraag in verband met het ouderlijk gezag, kunt u zich wenden tot onze advocaat personen- en familierecht voor advies.