Een voogd in het Nederlands personen- en familierecht is diegene die, anders dan de oorspronkelijke ouders, met het gezag is belast over een of meer minderjarige kinderen. Een voogd verkrijgt geen ouderlijk gezag, maar wettelijk gezag. In de regel kan de voogd de taak van de ouders overnemen indien deze zijn komen te overlijden of wanneer zij niet meer in staat zijn de zorg over het kind te dragen.
Voogdij kan worden verkregen door aanwijzing van de rechtbank, of indien personen twee personen hebben aangewezen die als voogd zal optreden voor hun minderjarige kinderen indien zij zelf komen te overlijden. Het voogdij treedt pas daadwerkelijk in wanneer de ouders zijn komen te overlijden en de aspirant-voogden het voogdijschap hebben aanvaard. Als één van de ouders al overleden is voordat een voogd is aangewezen, kan de andere ouder vooralsnog in een dergelijk geval hetzelfde doen.
Het verkrijgen van voogdijschap door uitspraak van de rechtbank kan alleen indien de persoon zich bereid heeft verklaard de voogdij te aanvaarden.
Voogdijschap is alleen mogelijk ten aanzien van minderjarige kinderen. Voor meerderjarigen dient te worden teruggevallen op de regelingen inzake curatele, beschermingsbewind en mentorschap; zulks zijn echter veelal maatregelen ter bescherming van de meerderjarige zelf.