Bedrijfsruimte (ook wel: overige bedrijfsruimte in de zin van de wet) waarbij een huurder minder huurbescherming geniet dan bij het huren van een kleinhandelsruimte. Voorbeelden van 230a bedrijfsruimtes zijn onder meer kantoorruimtes, loodsen en alle overige bedrijfsruimte die niet onder de noemer kleinhandelsruimte vallen.
Ook sommige bedrijfsactiviteiten vallen onder de categorie overige bedrijfsruimte. Hierbij gaat het vooral om niet- of minder-locatiegebonden activiteiten, zoals een advocatenkantoor, casino, sportschool of bioscoop.
Deze categorisering is van belang omdat een huurder overige bedrijfsruimte minder huurbescherming geniet dan een huurder van woonruimte of kleinhandelsruimte (ook wel: 290-bedrijfsruimte of middenstandsbedrijfsruimte). De ratio hiervan is dat huurders van overige bedrijfsruimte op een relatief eenvoudigere manier op een andere locatie kunnen worden voortgezet dan de exploitatie van winkelruimtes. Winkeliers zijn namelijk vaak sterk afhankelijk van hun locatie.
De opzegtermijn bij huur van overige bedrijfsruimte is niet in de wet geregeld. Als partijen hierover niets afspreken, dan zal een redelijke opzegtermijn in acht moeten worden genomen. Over het algemeen wordt een termijn van 12 maanden bij een meerjarenovereenkomst redelijk geacht.
Eigenaren van 230a-bedrijfsruimte kunnen te maken krijgen met verordeningen gebaseerd op de Leegstandswet.