Advocaat Alkmaar

Franchise en de Europese Erecode inzake franchising: franchisegever aansprakelijk?

Door Edward Appelman op 21 september 2018 Leestijd: 3 minutes
Franchisegevers en franchisenemers hebben een bijzondere contractuele relatie en moeten grondige kennis hebben van de wet. In een recente procedure wordt een franchisenemer geconfronteerd met een nieuwe formule doordat haar franchisegever wordt overgenomen. Daarop signaleert de Nederlandse Mededingingsautoriteit dat bij onder meer de locatie waar eiseres de C1000 formule exploiteert, sprake is van mededingingsproblemen door een al te sterke concurrentiepositie. Onze advocaat verbintenissenrecht legt de zaak uit.

Gesprekken met Albert Heijn

De feiten: de franchisenemer sinds 1998 op franchisebasis een supermarkt volgens de C1000-formule. Eind 2011 bereikt de Jumbo Groep B.V., eigenaar van de bekende supermarktketen Jumbo, een overeenstemming met de aandeelhouder van C1000 over de overname van C1000 B.V. Naar aanleiding van de mededingingsrechtelijke problemen die de Jumbo Groep B.V. ervaart besluit zij het filiaal van de franchisenemer over te dragen aan een onafhankelijke koper. Albert Heijn treedt daarbij als eerste gegadigde naar voren. Naar aanleiding van enkele gesprekken stelt die een aantal omzetprognoses en ramingen op. Gevolgd door enkele onderhandelingen wordt het filiaal van de franchisenemer verbouwd en wordt de franchise op 12 september 2012 heropend onder de Albert Heijn-formule.

Weekomzet?

Aanvankelijk gaat het echter minder dan verwacht. De weekomzet van de franchisenemer bedroeg onder de C1000-formule €299.000 per week, maar na de ombouw van het filiaal in de Albert Heijn-formule bedraagt de weekomzet nog maar €210.000. In de omzetprognoses van Albert Heijn was de franchisenemer voorgehouden dat zij een wekelijkse omzet van rond de €300.000 zou realiseren die bovendien zou stijgen dan haar omzet onder de C1000-formule. Ze was hier dan ook niet blij mee en stelt een procedure in bij de rechtbank.

Aansprakelijk

In de procedure stelt de franchisenemer Albert Heijn aansprakelijk voor de verminderde omzet en de foutieve omzetprognoses die haar ter hand werden gesteld. Zij stelt dat zij bij het aangaan van de franchiseovereenkomst met Albert Heijn heeft gedwaald en dat Albert Heijn zich schuldig heeft gemaakt aan bedrog, misbruik van omstandigheden, toerekenbaar tekortschieten en/of onrechtmatig handelen.

Gelijk in eerste aanleg?

De rechtbank in eerste aanleg stelt de franchisenemer in het gelijk. Volgens de rechtbank heeft de franchisenemer inderdaad gedwaald bij het aangaan van de franchiseovereenkomst wegens de foutieve omzetprognoses en Albert Heijn is aansprakelijk voor de door de franchisenemer geleden schade.

Europese Erecode inzake Franchising?

Volgens de franchisenemer is bovendien in de Europese Code inzake Franchising neergelegd dat op franchisegevers op grond van de redelijkheid en billijkheid de plicht rust om al in de precontractuele fase alle informatie en gegevens te verstrekken die de franchisenemer nodig heeft om te kunnen beslissen op het sluiten van de franchiseovereenkomst. Volgens haar moet deze code worden aangemerkt als ‘In Nederland levende rechtsovertuigingen’ (art. 3:12 BW).

Toepasselijkheid Europese Erecode?

De Hoge Raad oordeelt in dit verband, onder verwijzing naar een eerder arrest, dat uit de redelijkheid en billijkheid niet de algemene regel voortvloeit dat op de franchisegever een verbintenis rust de franchisenemer in te lichten omtrent de te verwachten omzet. Op grond hiervan is de Europese Erecode ook niet zonder meer toepasselijk op de zaak.

Werkelijke weekomzet?

De Hoge Raad stelt dat daarnaast dat de werkelijke weekomzet die de franchisenemer was voorgehouden wel degelijk een goede voorspeller is geweest van de toekomst. Zij acht hierbij mede van belang dat in de Ondernemersnotitie was vermeld dat er mogelijk sprake kan zijn van een lichte omzetdaling omdat meer prijsgeoriënteerd publiek op zoek gaat naar alternatieven en vanwege assortimentsverschillen tussen de C1000 en Albert Heijn formule.

Gespreksverslagen

Door de Hoge Raad wordt bovendien van belang geacht dat de franchisenemer al voor de overname van het filiaal door Albert Heijn al had aangegeven te verwachten de huidige omzet zonder problemen te kunnen handhaven onder de C1000-formule. Daarom wordt het beroep van de franchisenemer op bedrog, misbruik van omstandigheden, toerekenbaar tekortschieten verworpen.
Neem contact op
Mobiele versie afsluiten