Door Edward Appelman op 8 oktober 2018 Leestijd: 3 minutes
Werkgevers zijn verplicht om een bedrijfsarts in te schakelen bij verzuim. De bedrijfsarts speelt een belangrijke rol bij het re-integratieproces van de werknemer en doet de werkgever aanbevelingen omtrent de capaciteit en werkbelasting van de werknemer. De werkgever is in verband met de zorgplicht in beginsel gehouden aanbevelingen van de bedrijfsarts zoveel mogelijk op te volgen, maar het is eerder regel dan uitzondering dat de werkgever het advies niet kan of wil opvolgen. Onze advocaat arbeidsrecht bespreekt dit aan de hand van een praktijkvoorbeeld en legt uit wanneer de werkgever gehouden is een advies van de bedrijfsarts op te volgen.
Functiebeperkingen
In een recente
procedure bij het hof Amsterdam kwam de vraag aan de orde welke rol het advies van de bedrijfsarts speelt in verband met de zorgplicht van de werkgever. Aanleiding hiervoor was dat een werknemer, X, na enige tijd zijn werkzaamheden als docent niet langer meer kon uitoefenen in verband met een aangeboren hartafwijking. Hij had hiervan bij aanvang van zijn aanstelling geen melding gemaakt aan de school, maar berichtte nadien hierover de afdelingsleider. Hij gaf bij regelmatige diensten en bij een -bij voorkeur- vast lokaal prima te kunnen functioneren.
Gesprek bedrijfsarts
Op 1 juli 2008 bezoekt X de bedrijfsarts en stelt dit probleem aan de orde, zodat de werkgever ook op de hoogte zou zijn van zijn beperkingen. Bij brief van dezelfde dag berichtte de bedrijfsarts aan X en de werkgever: “
Op basis van ons gesprek adviseer ik u en uw werkgever: Om medische redenen is het van belang betrokkene zoveel mogelijk in te roosteren in een vast lokaal en aan het begin van de dag, bij voorkeur niet na het vijfde uur.”
Roosteradvies
Bij e-mail van 2 juli 2008 berichtte X aan de afdelingsleider: “
(…) Verder ben ik bij de Arbo arts geweest. Zij stuurt haar roosteradvies naar jou, omdat jij al van e.e.a. weet. T was overigens een heel prettig gesprek. (…)” Daarop berichtte de afdelingsleider dat hij de roostermakers zou informeren, opdat tegemoet kon worden gekomen aan de wensen van X.
Zorgplicht werkgever?
Nadien schrijft de werkgever aan X:
Dag X , toch nog even een berichtje. Het bericht van de arbo-arts bevat ook het advies je na het 5e uur niet in te roosteren. Dat is helaas niet mogelijk bij een volledige aanstelling. Ik heb wel de roostermakers gevraagd er naar te streven je uren zo veel mogelijk in de ochtend te plaatsen, maar ik weet vrij zeker dat dat niet volledig zal lukken. Het advies van de arbo-arts bevat (gelukkig) ook geen bindend advies in die richting. (…)”
Bindend advies?
In tegenstelling tot wat soms wordt gedacht is het advies van de bedrijfsarts -waar de werkgever in deze procedure terecht vanuit ging- nooit een bindend advies. Dat betekent dat een werkgever niet verplicht is om aanbevelingen van de bedrijfsarts op te volgen. Zulks bleek voor de werkgever dan ook niet mogelijk, met tot gevolg dat korte tijd daarna X zich ziek meldde. Met enkele werkhervattingen heeft X vanaf 12 december 2008 niet meer voor de werkgever gewerkt. X stelt in de procedure bij de kantonrechter in eerste aanleg zijn werkgever voor het verzuim aansprakelijk, omdat het volgens hem aan de werkgever te wijten valt dat hij zijn functie niet langer meer kan uitoefenen. X meent hiertoe dat de werkgever onvoldoende rekening heeft gehouden met zijn beperkingen, ondanks dat hij zijn werkgever hiervan wel op de hoogte had gesteld en de bedrijfsarts hem en de werkgever hem bovendien in dit verband ook ondersteunde.
Opvolging advies bedrijfsarts
In de procedure oordeelt het hof dat de werkgever het advies van de bedrijfsarts niet geheel is opgevolgd, maar wel voor zover het binnen haar mogelijkheden lag. Mede op grond daarvan komt het hof tot het
oordeel dat de werkgever voldaan heeft aan haar zorgplicht, omdat van de werkgever niet meer verlangd kon worden dan zij reeds heeft gedaan. Daarnaast neemt het hof in overweging dat de werknemer bovendien destijds heeft verzuimd geen melding te maken van zijn functiebeperking bij aanvang van het dienstverband, zodat de werknemer in dat opzicht -nu hij dit heeft verzwegen- wanprestatie jegens de werkgever heeft gepleegd. Het hof bevestigde de uitspraak van de kantonrechter in eerste aanleg en de vorderingen van X werden ook in de procedure in
hoger beroep afgewezen.