Een aanmaning (ook wel: ingebrekestelling), is een schriftelijk document waarin de schuldenaar een schuldeiser in gebreke stelt.
Het versturen van een aanmaning of ingebrekestelling is noodzakelijk als de schuldeiser een opeisbare vordering heeft op de schuldenaar en de schuldenaar deze niet binnen de termijn nakomt. Dan is er sprake van een wanprestatie. Door de aanmaning geeft de schuldeiser de schuldenaar een redelijke termijn om vooralsnog aan zijn verplichtingen uit de overeenkomst te voldoen.
In sommige gevallen is een aanmaning (ingebrekestelling) niet noodzakelijk, bijvoorbeeld als uit de houding van de schuldenaar blijkt dat hij zijn verplichtingen uit de overeenkomst toch niet zal nakomen, of als nakoming blijvend onmogelijk is. Denk in dit laatste geval bijvoorbeeld aan de levering van een uniek schilderij, dat door een brand is vernietigd. In dat geval kan de schuldenaar zijn afspraak uit de overeenkomst onmogelijk nakomen en is hij direct in verzuim.
In het andere geval is de schuldenaar in verzuim als hij binnen de in de aanmaning gestelde termijn zijn afspraak uit de overeenkomst niet nakomt. Als de schuldenaar in verzuim is, heeft de schuldeiser recht op schadevergoeding en -onder voorwaarden- recht op ontbinding.
Bij niet-nakoming binnen de termijn kan de schuldeiser onder meer aanspraak maken op wettelijke rente. Voor zover hij een prestatie verschuldigd is aan de schuldenaar, kan hij zich beroepen op zijn opschortingsrecht.