Huurders van een huis, appartement, kamer of middenstandsbedrijfsruimte genieten huurbescherming. Dit betekent dat een verhuurder de huurovereenkomst niet zomaar kan opzeggen.
Een huurder van een middenstandsbedrijfsruimte (ook wel: 230a-bedrijfsruimte) heeft de eerste 10 jaar recht op huurbescherming. De reden hiervoor is dat de huurder investeringen verricht die hij anders niet zou kunnen terugverdienen indien hij zou worden geconfronteerd met een vroegtijdige beëindiging van de huurovereenkomst. Na afloop van deze 10 jaar kan de verhuurder de huurovereenkomst opzeggen indien er sprake is van een in de wet opgenomen beëindigingsgrond.
Particuliere huurders genieten in de regel een hogere mate van huurbescherming dan huurders van middenstandsbedrijfsruimte. Zo kan de huurovereenkomst voor een particuliere ruimte (woonruimte) alleen eenzijdig worden beëindigd door de verhuurder in geval van wanprestatie of indien de verhuurder het verhuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik. Bij een particuliere huurovereenkomst voor bepaalde tijd geniet de huurder in de regel ook huurbescherming. Dit betekent dat na afloop van de huurovereenkomst de huurder – behoudens enkele uitzonderingen – het recht heeft om ook na afloop van de huurovereenkomst in de woning te blijven wonen.
Huurbescherming dient niet te worden verward met huurprijsbescherming.