Door Edward Appelman op 17 oktober 2019 Leestijd: 3 minutes
Hoe ver rijkt de zorgplicht van de werkgever? Dat is een vraag die met regelmaat de revue passeert. Dat hier niet één duidelijk antwoord op te geven is, bleek uit een recent hoger beroepsprocedure bij het Hof ’s-Hertogenbosch. Anders dan de kantonrechter oordeelde het Hof dat een werkgever wel aansprakelijk was voor de schade die een werknemer had geleden omdat hij van een ladder was gevallen. Hoe kwam het Hof tot dit oordeel? Onze advocaat aansprakelijkheidsrecht legt uit.
Casus: werknemer touringcarchauffeur
Het ging om een werknemer die werkzaam was als touringcarchauffeur. Hij had een
arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met ingang van 1998. In 2010 vroeg de werkgever aan de werknemer of hij ook onderhoudswerkzaamheden zou willen uitvoeren. Sindsdien deed hij dat erbij.
Bedrijfsongeval: val van ladder
Op 10 december 2015 had de werknemer een ladder geplaatst tegen de touringcar. Deze was driedelig en had een hoogte van 3,7 meter. Op verzoek van de werkgever controleerde hij de airco-installatie van de touringcar. Nadat hij klaar was wilde hij naar beneden klimmen, maar kwam (volgens hemzelf om duidelijke redenen) op een hoogte van 2 meter ongelukkig ten val. Hij landde rechtop op zijn voeten en na later bleek had hij door de val zijn hak gebroken. Volgens de werknemer was er sprake van blijvend verlies aan
arbeidsvermogen.
Onderzoek Inspectie SWZ
Nadat de werknemer het incident had gemeld deed de Inspectie SWZ een onderzoek. Die stelde vragen aan de werknemer omtrent de toedracht van de val. Omdat er verder geen
getuigen waren, kon de inspecteur niet vaststellen wat de daadwerkelijke toedracht van het ongeval was. Conclusie luidde dat er sprake was van een ongelukkige samenloop aan omstandigheden. De Inspectie SWZ was van oordeel dat de werkgever ter zake van het ongeval geen verwijt viel te maken.
Kantonrechter
De werknemer berustte zich hier echter niet in en startte een procedure bij de
kantonrechter. Die stelde de werknemer echter in het ongelijk omdat – kort samengevat – er inderdaad sprake was van een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat de werkgever dit in redelijkheid niet had kunnen voorkomen. De kantonrechter wees de vorderingen van de werknemer af.
Zorgplicht werkgever: aanwijzingen
Kernvraag was aldus of de werkgever aansprakelijk was voor de door de werknemer geleden schade. Om deze vraag te beantwoorden moest vast komen te staan dat de werkgever haar
zorgplicht had geschonden. In
hoger beroep oordeelde het Hof – anders dan de kantonrechter – dat dit wel degelijk het geval was. Dat komt omdat de werkgever niet alleen verplicht is de werkomstandigheden zo in te richten dat wordt voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn beroep schade lijdt, maar ook om in dit kader aanwijzingen te verstrekken.
Veiligheidsinstructies
Juist ten aanzien van de aanwijzingen
overwoog het Hof anders dan de kantonrechter. Aangezien het ging om een ladder met aanzienlijke hoogte die slechts twee keer per jaar werd gebruikt, had het volgens het Hof op de weg van de werkgever gelegen om veiligheidsinstructies te geven voor het werken op hoogte. De ladder had namelijk een takelinstallatie met valbescherming waar de werkgever de werknemer niet op had gewezen. Ook had het op de weg van de werkgever gelegen om eventueel een cursus te geven over het werken op hoogte.
Schadevergoeding
Overigens overwoog het Hof dat het onderzoek door de Inspectie SWZ in principe niet relevant was voor de procedure omdat het onderzoek door de SWZ niet gericht was op een eventuele civielrechtelijke aansprakelijkheidsclaim. In
hoger beroep kreeg de werknemer aldus alsnog gelijk en diende de werkgever aan de werknemer een voorschot op de schadevergoeding te betalen ter hoogte van €5000,-.
Advocaat bij schending zorgplicht
Uit deze uitspraak blijkt dat er het nodige wordt verwacht van werkgevers om de veiligheid van werknemers te garanderen. Dit is niet altijd even eenvoudig. Belangrijk was dat de werkgever niet betwistte dat hij de werknemer nimmer aanwijzingen had gegeven, anders had de werknemer wellicht bewijstechnisch een lastige positie gehad.