Een door de rechtbank uitgesproken
ondercuratelestelling kan door een belanghebbende ongedaan worden gemaakt. Ook is het mogelijk dat de ondercuratelegestelde of een belanghebbende een verzoek indient om een andere curator voor de ondercuratelegestelde te benoemen. Zo komt het vaak voor dat de belanghebbende in kwestie onvoldoende vertrouwen in de curator (meer) heeft. Op welke wijze een ondercuratelestelling kan worden beëindigd en wanneer een andere curator kan worden aangesteld, bespreekt onze
advocaat personen- en familierecht aan de hand van een recente
uitspraak.
Beëindiging ondercuratelestelling
Een ondercuratelegestelde (hierna: de betrokkene) kan op eigen verzoek de rechtbank vragen om een ondercuratestelling te beëindigen. Een reden daarvoor kan zijn omdat de ondercuratelestelling niet langer zinvol is, of omdat de betrokkene zelf zijn belangen weer kan behartigen. Een curator is ook bevoegd om de rechtbank te verzoeken om de ondercuratelestelling te beëindigen. Tot slot kan de kantonrechter ook een ondercuratelestelling op eigen initiatief beëindigen. Dit kan door middel van een
verzoekschrift aan de kantonrechter van de rechtbank. Een ondercuratelestelling eindigt automatisch als de maatregel voor een bepaalde periode is opgelegd.
Benoeming curator op eigen verzoek
In een recente procedure werd een persoon op zijn eigen verzoek onder curatele gesteld. In die situatie kan de persoon dan zelf een voorkeur uitspreken voor een curator. In beginsel honoreert de rechtbank dat verzoek, tenzij zich omstandigheden voordoen die maken dat hiervan moet worden afgeweken. Aldus stelde de rechtbank in deze procedure curator A aan. De reden voor de ondercuratelestelling was dat dat de betrokkene vanwege haar hoge leeftijd van 80 jaar niet langer in staat was om haar eigen belangen te behartigen.
Oneens met persoon van curator
Een direct belanghebbende (B) was het met die ondercuratelestelling op zichzelf niet oneens, maar wel tegen de persoon van de
curator die werd aangesteld: hij was van oordeel dat A haar belangen niet goed kon behartigen. De reden hiervoor was namelijk dat A een goede vriend van de betrokkene zou zijn, maar dat werd door B betwist. Ook was volgens B de betrokkene helemaal niet in staat om zijn wil te verklaren en A als curator uit te kiezen: volgens een medische verklaring was het kortetermijngeheugen van de betrokkene namelijk sterk aangetast. Daardoor kon zij volgens B de gevolgen van haar keuzes niet goed overzien.
Curator in belang van betrokkene?
Zelf was A van oordeel dat hij wel geschikt was als curator van de betrokkene. Hij kende de betrokkene namelijk al 50 jaar verzorgde lange tijd zijn belastingaangiftes. Daarnaast was de curator van oordeel dat B geen gronden naar voren had gebracht op basis waarvan de benoeming van A als curator achterwege zou moeten blijven. A was gemachtigd op de bankrekening van de betrokkene. B was echter voorheen op die bankrekening gemachtigd en A heeft zonder zijn medeweten de machtiging opgeheven. Om die reden werd het wantrouwen van B jegens A vergroot en verzocht hij het hof om een andere curator te benoemen.
Hof wijst verzoek af
Het hof oordeelde dat het in het belang van de betrokkene was dat A als zijn curator zou blijven aangesteld. Ondanks dat B een aantal gronden had genoemd die volgens hem ertoe zouden moeten leiden dat de benoeming van A achterwege zou moeten blijven, achtte het hof dit vooralsnog onvoldoende. Ook de overige omstandigheden die B aanvoerde, achtte het hof niet toereikend genoeg om de benoeming van A als curator achterwege te laten. Het verzoek van B werd dan ook afgewezen.
Advocaat bij ondercuratelestelling
Omdat een verzoek tot ondercuratelestelling via de kantonrechter verloopt, hoeven partijen geen advocaat in te schakelen. Vaak kan dat echter wel raadzaam zijn, omdat er doorgaans veel specifieke kennis bij komt kijken en de belangen vaak groot zijn. Voor nader advies hierover kunt u contact opnemen met een advocaat personen- en familierecht.