Door Edward Appelman op 24 september 2018 Leestijd: 2 minutes
Als ouders met kinderen uit elkaar gaan, dienen zij afspraken te maken met betrekking tot te omgang met de kinderen. Vaak wordt hierbij hulp ingeschakeld van een
advocaat of mediator. Als een omgangsregeling tussen ouders onverhoopt niet lukt, dan kan een bijzondere curator worden aangesteld die onderzoek instelt of een omgangsregeling tussen de ouders en het kind mogelijk is. Hoe werkt dat? Onze
advocaat personen- en familierecht legt dit uit aan de hand van een recente
zaak.
Hulpverlening
De vader tracht in een procedure bij de rechtbank een
omgangsregeling met de kinderen af te dwingen. Bij de rechtbank werd dit verzoek echter afgewezen omdat een omgangsregeling volgens de rechtbank namelijk niet in het belang van de kinderen zou zijn. Tijdens de zaak bleek hiervoor dat de leeftijd van de kinderen alsmede het negatieve vaderbeeld dat in de loop der tijd was ontstaan redenen waren om geen regeling overeen te komen. Tijdens de zitting werd wel door alle partijen toegezegd mee te werken aan het inschakelen van hulpverlening. Dit zou eerst bij Centrum Jeugd en Gezin gebeuren die eventueel door zouden kunnen verwijzen naar het KIES-traject. Van daaruit zou eventueel alsnog een begeleide omgangsregeling vastgesteld kunnen worden.
Negatief vaderbeeld
Na twee sessies bij het CJG werd het hulpverleningstraject echter stopgezet. De reden hiervoor was dat het CJG na twee gesprekken concludeerde dat er kennelijk geen (vrijwillige) basis meer was om het project voort te zetten, ook niet via een doorverwijzing naar KIES. Nu hulpverlening geen soelaas bood, kon de vader niets anders meer om alsnog in de
hoger beroepsprocedure bij het Hof een omgangsregeling proberen af te dwingen.
CJG-traject?
In de procedure bij het Hof stelt de moeder dat het KIES-traject voornamelijk was bedoeld om het negatieve vaderbeeld dat bij de kinderen was ontstaan eventueel weg te nemen en niet om na eventuele succesvolle sessies meteen tot een omgangsregeling te komen. Verder merkte de moeder op dat het beeld dat ontstaan is ook veroorzaakt is door het geringe contact tussen vader en kinderen in het verleden.
Zaak aangehouden
Het Hof kon aan de hand van de feiten slechts met een tussenoplossing komen: dit omdat de door partijen ingebrachte stellingen en verweren niet voldoende waren om tot een verantwoorde beslissing omtrent een omgangsregeling te komen. Bovendien kon het Hof op basis van de overlegde stukken en ingebrachte informatie niet beoordelen wat de achterliggende redenen zijn geweest voor het ontstaan van het negatieve vaderbeeld. Daarop besluit het Hof met een tussenoplossing te komen door het aanstellen van een bijzondere curator en houdt de zaak aan totdat de
bijzondere curator zijn bevindingen heeft gedeeld. Op een later moment zal het Hof aan de hand hiervan alsnog een beslissing nemen omtrent de vraag of de vader weer een omgangsregeling met de kinderen kan krijgen.