Een werkgever verzoekt om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Deze vordering wordt afgewezen, maar de arbeidsovereenkomst wordt desondanks ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. Onze advocaat arbeidsrecht bespreekt deze uitspraak en legt uit hoe het zit.
Verwijtbaar handelen van de werknemer
De werkgever verzoekt de rechter de
arbeidsovereenkomst te
ontbinden op de grond dat verweerder (de werknemer) in de procedure zich zonder overleg had opgesteld als Client Director tegenover de klanten van de werkgever. Op deze manier heeft hij zich geprobeerd te bevoordelen tegenover zijn collega’s. In een nader gesprek tussen de werknemer en de werkgever is bovendien een kennelijk dubieuze reiskostendeclaratie door de werknemer besproken.
Vertrouwen van de werkgever
Bij de rechter legt de werkgever in het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst ten grondslag dat zij de werknemer niet meer kan vertrouwen. Zij stelt dat er -vanwege de functie van werknemer- hoge eisen worden gesteld aan de betrouwbaarheid. Omdat de werknemer een onjuiste reiskostendeclaratie had doorgevoerd en zich bovendien ten onrechte anders had geprofileerd tegenover de klanten van de werkgever.
Redelijke grond
De rechter stelt dat een ontbinding op grond van art. 7:669 lid 3 BW alleen mogelijk is indien daar een redelijke grond voor is of indien
herplaatsing van de werknemer binnen een redelijke termijn niet mogelijk is of niet in de rede ligt.
Reiskostendeclaratie: geen open kaart
De werkgever nam het de werknemer zeer kwalijk dat deze laatste een onjuiste reiskostendeclaratie had ingediend. Nadat de werkgever hem hiermee had geconfronteerd, was de werknemer bovendien niet eerlijk over de opbouw van de reiskosten. Uiteindelijk bleek dat de werknemer een reiskostendeclaratie had ingediend voor een reis naar België: dit terwijl deze reis nimmer had plaatsgevonden. De werknemer stelde zich op het standpunt een gebrekkige administratie te hebben gevoerd.
Andere wijze van profilering door werknemer
Ten aanzien van het feit dat de werknemer zich had geprofileerd als Client Director, oordeelde de rechter dat onvoldoende vast was komen te staan dat de werknemer dit had gedaan om zichzelf te bevoordelen tegenover andere collega’s. De rechter was dan ook van mening dat er onvoldoende reden was om de arbeidsovereenkomst op deze grond te ontbinden.
Verstoorde arbeidsverhouding
De kantonrechter wees de vordering tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst wel toe op grond van het feit dat er sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. De rechter achtte het van belang dat de werknemer, vanwege de onjuiste reiskostendeclaratie, het vertrouwen van de werkgever op het spel had gezet. Ook was de werknemer niet eerlijk en transparant over de reiskostendeclaratie toen de werkgever hem hierover confronteerde. Bovendien bevestigde de werknemer in een latere mail aan de werkgever dat zijn handelingen ‘completely wrong’ waren en opmerkt: ‘With this I completely lost your trust’. De rechter dient in dit geval te onderzoeken of, uitgaande van de feiten en omstandigheden- in redelijkheid kan worden geoordeeld dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding, zo
oordeelde de Hoge Raad reeds eerder dit jaar. Zo ja, dan kan dat een grond voor ontslag opleveren.
Zelfstandigheid en vrijheid
De rechter achtte het van belang dat de werkgever een goede vertrouwensrelatie met de werknemer diende te hebben, omdat de werknemer een grote mate van zelfstandigheid en vrijheid genoot. Op grond hiervan oordeelde de rechter dat er sprake was van een vertrouwensbreuk, die leidde tot een
verstoorde arbeidsrelatie. De werkgever stelde geen
transitievergoeding verschuldigd te zijn, omdat er sprake was van ernstig verwijtbaar handelen aan de zijde van de werknemer. De rechter ging echter niet mee in deze stelling en stelde de transitievergoeding vast op €20.193. Daarenboven kreeg de werknemer als pleister op de wonde een bonus uitbetaald van €31.267,35 bruto.