Door Edward Appelman op 28 februari 2019 Leestijd: 3 minutes
Wie een ander schade toebrengt, dient daarvoor op te draaien. Dat is de hoofdregel uit het Nederlands aansprakelijkheidsrecht. In sport-en-spelsituaties geldt daarentegen een verhoogde drempel. Dan kan een persoon enkel aansprakelijk worden gehouden als er sprake is van bijkomende omstandigheden. Recent diende de rechtbank zich te buigen over een sport-en-spelsituatie waarbij kinderen waren betrokken. De ouders waren van mening dat het kind onrechtmatig had gehandeld. De IKEA vond van niet. Onze advocaat aansprakelijkheidsrecht bespreekt de uitkomst en de overwegingen van de rechter.
Vormen van aansprakelijkheid
In het Nederland recht geldt dat iemand enkel aansprakelijk is voor schade als er sprake is van een
onrechtmatige daad. Dat is een vorm van niet-contractuele aansprakelijk. Bij een contractuele aansprakelijkheid, bijvoorbeeld schade door een te late levering, gelden andere normen. Bij kinderen onder de 14 geldt dat zij zelf niet aansprakelijk kunnen worden gehouden. Dit heet ook wel
kwalitatieve aansprakelijkheid.
Vereisten voor onrechtmatige daad
Voor die
aansprakelijkheid is echter eerst vereist dat er sprake is van een
onrechtmatige daad. De voorwaarden daarvoor zijn te vinden in art. 6:162 BW e.v. Er is onder meer sprake van een onrechtmatige daad als er sprake is van een ‘inbreuk op een recht’. Vernieling van iemands goed vormt bijvoorbeeld een inbreuk op iemands
eigendomsrecht. Als deze gedraging de dader kan worden toegerekend, is er sprake van een onrechtmatige daad.
Achterliggende gronden
In de hier te bespreken procedure ging het om een ballenbak bij de IKEA. Partijen lieten in de procedure beelden zien waarbij te zien was dat drie kinderen aan het spelen waren. Een van de kinderen bevond zich in de ballenbak. De twee andere kinderen stonden naast de rand. Een van hen duwde het andere kind voorover en viel daardoor op het kind die op dat moment in de ballenbak aan het spelen was. Die liep daardoor letselschade op in de vorm van een botbreuk.
Sport-en-spelsituatie?
De ouders van het kind stelden IKEA aansprakelijk voor deze schade. De ouders stellen zich op het standpunt dat er geen sprake is van een sport-en-spelsituatie en dat IKEA daardoor aansprakelijk is voor de geleden schade. De rechtbank overweegt echter dat hier wel sprake is van een sport-en-spelsituatie, omdat ‘Smaland’ in de vestiging van IKEA is opgezet als speelomgeving voor kinderen. Het gaat immers om een omgeving waar kinderen door hun ouders naartoe worden gebracht en zelfstandig kunnen spelen. De rechtbank oordeelt dat daarom sprake is van een sport-en-spelsituatie.
Ratio achter aansprakelijkheid bij sport-en-spelsituaties
De rechtbank haakt aan bij een eerder arrest van de Hoge Raad van 2003. Daarin oordeelde ons hoogste rechtscollege dat de aansprakelijkheidsdrempel bij sport-en-spelsituaties hoger is. Dat komt omdat deelnemers aan die sport of dat spel in redelijkheid bedacht moeten zijn op gedragingen van anderen. Die gedragingen kunnen bestaan uit gevaarlijke, slecht gecoördineerde, verkeerd getimede of onvoldoende doordachte handelingen.
Mate van waarschijnlijkheid schade
Tot slot voegt de rechtbank hieraan toe dat een deelnemer aan een sport-en-spelsituatie alleen dan aansprakelijk is, als er sprake is van een gedraging waarbij de kans op een ongeval (letselschade) zo groot is, dat die persoon die gedraging had behoren achterwege te laten. De rechtbank overweegt hier dat het kind dat in de ballenbak werd geduwd, dat ervoer als speelse duw. Die duw wordt geacht onderdeel uit te maken van het spel in/bij de ballenbak. Enkel doordat het kind op een ander kind in de ballenbak viel, heeft het kind letselschade opgelopen: dat is volgens de rechtbank echter een ongelukkige samenloop van omstandigheden.
Voorzienbaarheid handelingen?
De ouders stellen zich in de procedure op het standpunt dat het duwende kind de gevolgen van haar handeling hadden moeten voorzien. De rechtbank gaat daar echter niet in mee, want volgens de rechter ging het om een speelse duw. Op basis daarvan had zij zich niet van deze gedraging behoren te weerhouden. Aldus worden de vorderingen van de ouders afgewezen.