Door Edward Appelman op 29 oktober 2018 Leestijd: 2 minutes
Het overkomt je als werknemer niet dagelijks: je werkgever verdwijnt met de noorderzon en stopt met het betalen van loon. Toch overkwam dit korte tijd geleden een medewerkster, die op een bepaalde dag voor gesloten deuren van het pand kwam te staan waar ze normaliter werkte. Ze dient daarop bij de rechter een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in. Onze
advocaat arbeidsrecht bespreekt.
Gesloten deuren
De werkneemster is sinds 16 januari 2017 in dienst bij de werkgever met een
arbeidsovereenkomst voor de duur van twee jaar. Haar loon bedraagt €1750,00 bruto exclusief vakantiebijslag en emolumenten. Een klein half jaar lang verloopt de arbeidsrelatie zonder problemen, maar vanaf 1 juni 2017 stopt de werkgever met het betalen van loon. De werkneemster wordt vanaf dat moment niet meer toegelaten tot haar werkzaamheden: de deuren van het pand waarin de onderneming haar activiteiten verricht zijn gesloten en er vinden geen werkzaamheden meer plaats.
Ontbinding arbeidsovereenkomst en betaling transitievergoeding en billijke vergoeding
Bij
vonnis van 8 augustus 2018 wordt de werkgever -die overigens niet in de procedure verschijnt- veroordeelt tot betaling van het achterstallige loon inclusief vakantiebijslag en emolumenten over de periode 1 juni 2017 tot op heden. Loonbetaling door de werkgever blijft echter uit. De werkneemster neemt hier geen genoeg mee en vordert daarop bij de kantonrechter een
ontbinding van de arbeidsovereenkomst, een veroordeling tot betaling van
transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Ontbinding met terugwerkende kracht?
Gelet op het feit dat de werkneemster niet meer wordt toegelaten tot haar werkzaamheden en sinds 1 juni 2017 geen loon meer ontvangt van de werkgever, oordeelt de rechter dat er voldoende grond is de arbeidsovereenkomst te beëindigen op grond van ontbinding. De werkneemster verzoekt de datum hiervoor vast te stellen op 1 juni 2017, maar gelet op het feit dat ontbinding met terugwerkende kracht niet mogelijk is, wordt de arbeidsovereenkomst per heden 24 oktober 2018 ontbonden.
Transitievergoeding?
Met betrekking tot aanspraak van de werkneemster op een transitievergoeding wordt geoordeeld dat zulks alleen kan worden toegewezen als de arbeidsovereenkomst minimaal twee jaar heeft geduurd. De stelling van de werkneemster dat het aan de werkgever te wijten is dat de overeenkomst minder lang heeft geduurd, kan haar niet baten: dit is niet relevant. De arbeidsovereenkomst dient minimaal twee jaar te hebben geduurd, daarop zijn geen uitzonderingen mogelijk.
Billijke vergoeding wel toegewezen
Gelukkig voor de werkneemster komt zij er financieel sterk uit: het verzoek op toekennen van een billijke vergoeding wordt door de rechter toegewezen. In dit verband is volgens de rechter van belang dat de werkgever zonder kennelijke reden is opgehouden met het betalen van loon en haar bedrijfsactiviteiten kennelijk heeft gestaakt zonder dit aan de werkneemster mede te delen. Gelet hierop is de rechter van oordeel dat dit een
ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever oplevert. De door de werkneemster gevorderde billijke vergoeding van €50.000,- wordt, nu de werkgever niet in de procedure is verschenen en tegen de vordering geen verweer heeft gevoerd, toegewezen. Tot slot wordt de werkgever veroordeelt binnen 14 dagen na wijziging van het vonnis een deugdelijke afrekening te verstrekken aan de werkneemster. Of de werkgever nog te traceren valt, is de auteur van deze blog niet bekend.