Gemeenten zijn verplicht om ervoor te zorgen dat inwoners zolang mogelijk thuis kunnen wonen. Indien dit vanwege bepaalde omstandigheden niet mogelijk is (bijvoorbeeld omdat bepaalde woonvoorzieningen ontbreken) kan de persoon een maatwerkvoorziening krachtens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aanvragen. Deze voorziening wordt aangeboden naast de algemene voorziening. Een maatwerkvoorziening kan alleen worden verkregen na een onderzoek door de gemeente. In dat gesprek wordt vastgesteld welke voorziening de persoon benodigd heeft. Als de gemeente een maatwerkvoorziening geeft, is hiervoor een eigen bijdrage aan het CAK verschuldigd.
Een maatwerkvoorziening is een persoonlijke voorziening en wordt door de gemeente aangeboden indien algemene voorzieningen niet voldoende zijn. Een maatwerkvoorziening kan bijvoorbeeld persoonlijke begeleiding zijn, of een aanpassing aan het huis (zoals een traplift). Als een persoon het niet eens is met de toegekende voorziening (bijvoorbeeld omdat de aanvraag voor een maatwerkvoorziening wordt afgewezen omdat de gemeente denkt dat een algemene voorziening volstaat) kan tegen de afwijzing van de aanvraag binnen zes weken bezwaar worden aangetekend. De gemeente moet de aanvraag dan opnieuw beoordelen. Als de aanvrager bovendien van mening is dat de gemeente niet juist heeft gehandeld, kan onder voorwaarden tegen die gemeente een klacht worden ingediend.