De wet bepaalt dat in situaties waarbij binnen het personen- en familierecht toestemming van een ouder of wettelijk vertegenwoordiger vereist is, de rechtbank om vervangende toestemming kan worden gevraagd als deze niet wordt verleend.
Per onderwerp zijn de voorwaarden die daarvoor gelden verschillend.
Onderwerpen waarvoor bij de rechtbank om vervangende toestemming kan worden gevraagd:
a. Het aangaan van een huwelijk bij curatele of minderjarigheid;
b. Onderwerpen op het gebied van ouderlijk gezag, wanneer de andere ouder geen toestemming verleent;
c. Erkenning van een kind, als de moeder geen toestemming voor de erkenning geeft;
d. Bepaalde rechtshandelingen van een echtgenoot, wanneer de andere echtgenoot voor die rechtshandeling geen toestemming verleent;
e. Wijziging van het hoofdverblijf van het kind, als ouders het gezamenlijk gezag hebben en de andere ouder niet instemt;
f. Toestemming m.b.t. het ondergaan van een medische behandeling van een kind jonger dan 12 jaar, wanneer deze onder toezicht is geplaatst (enkel op verzoek van een GI);