Bij een overdracht van de huurovereenkomst voor bedrijfsruimte wordt een huurcontract, met toestemming van de verhuurder, aan een derde partij overgedragen. Dit heet ook wel een indeplaatsstelling.
De nieuwe huurder neemt de plaats in van de oude huurder en treedt in alle rechten en plichten van het contract. De verhuurder is niet verplicht mee te werken aan een verzoek tot overdracht van de huurovereenkomst. Indien de verhuurder niet instemt, kan de huurder een verzoek indienen bij de kantonrechter om de verhuurder te bevelen zijn medewerking aan de overdracht te verlenen. Indeplaatstelling voor de huur van woningen is wettelijk geregeld in art. 7:270 BW en indeplaatsstelling voor de huur van bedrijfsruimtes is wettelijk geregeld in art. 7:290 BW.
Een verhuurder kan een verzoek tot overdracht in beginsel niet weigeren, tenzij de verhuurder goede vrees heeft dat de huurder zijn verplichtingen niet naar behoren zal nakomen.